Dit wetsvoorstel wijzigt de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) ter implementatie van richtlijn nr. 2005/85/EG ten aanzien van het 'veilige derde land' (de asielzoeker is in dat land erkend als vluchteling en geniet bescherming) en 'veilig land van herkomst' (de asielzoeker heeft de nationaliteit van dat land of hij is stateloos en had in dat land voorheen zijn gewone verblijfplaats).
De omzetting van de richtlijn leidt verder tot enkele aanpassingen van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000) en het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (VV 2000). De aanpassing van het Vb 2000 betreft de nadere invulling van de toepassing van het concept 'veilig derde land'. Voor wat de gevolgen voor het VV 2000 betreft, gaat het om enkele bestaande beleidsregels of praktijken die voortaan in het VV 2000 zullen worden geregeld met het oog op de vereiste juridische zekerheid. Het Hof van Justitie verlangt dat het beoogde implementatie instrument voor particulieren duidelijk kenbare, rechtens afdwingbare effecten en verplichtingen moet kunnen scheppen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 28 juni 2007 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 13 november 2007 met algemene stemmen aangenomen.
ingediend
23 februari 2007titel
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van richtlijn nr. 2005/85/EG van de Raad van 1 december 2005 betreffende minimumnormen voor de procedures in lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus (PbEU L 326)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
3
-
13 november 2007
voortzetting behandeling en stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen EK 2007/2008, nr. 7, blz: 251-254 -
-
28 juni 2007
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2006/2007, nr. 87, blz: 4811