Dit wetsvoorstel strekt tot invoering van een voorziening voor werknemers die op of na de leeftijd van 60 jaar werkloos zijn geworden, en die gedurende de WW-periode er niet in zijn geslaagd (voldoende) inkomen te verwerven.
Deze voorziening biedt de werknemer, na afloop van zijn uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW), inkomensondersteuning tot 65 jaar, zolang hij nog niet in zijn bestaan kan voorzien door middel van het verrichten van arbeid. Hierbij krijgt hij niet te maken met een vermogenstoets. De IOW is activerend, omdat de IOW-gerechtigde zich beschikbaar dient te stellen voor de arbeidsmarkt (sollicitatieplicht). Aanleiding voor dit wetsvoorstel vormt de Wet wijziging WW-stelsel, die de duur van de WW-uitkering verkort tot maximaal drie jaar en twee maanden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 8 april 2008 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 17 juni 2008 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
28 september 2006titel
Regels voor een Inkomensvoorziening voor Oudere Werklozen (Wet inkomensvoorziening oudere werklozen)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
Deze wet vervalt met ingang van 1 juli 2016.
2
-
8 april 2008
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2007/2008, nr. 73, blz: 5114 -
3 april 2008
behandeling Handelingen TK 2007/2008, nr. 72, blz: 5080-5089