Vanuit de Eerste Kamer wordt de minister van Defensie gevraagd om een geïntegreerd veiligheidsbeleid (een soort nationale veiligheidsstrategie) te ontwikkelen op grond van de huidige defensiedoctrine. De minister zegt toe de opvatting van de Kamer ter zake ook door te geven aan zijn collega-ministers en met hen hieraan te werken. Hij zal de Kamer over het vervolg informeren.
Nummer | T00319 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_DEF_2006_1 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 21 maart 2006 |
Deadline | 1 januari 2006 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Defensie |
Commissie | commissie voor Defensie |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Kamerstukken | Begrotingsstaat Defensie 2006 (30.300 X) |
Handelingen Eerste Kamer 2005 – 2006, 22 – 1050
Blz. 1021
De heer Russell (CDA):
(…)
Concluderend op dit punt zou het wat de CDA fractie betreft goed zijn als de Nederlandse regering haar prioriteiten op het terrein van veiligheid voor de komende vijf à tien jaar inzichtelijk maakte, zodat alle betrokken departementen vanuit eenzelfde gedachtegoed
kunnen gaan opereren. Het gaat daarbij om een omvattende benadering van veiligheid en er zal een uitdrukkelijk verband tussen de militaire en niet-militaire aspecten van het veiligheidsbeleid dienen te worden gelegd. Het spreekt voor zich dat zowel de Tweede als de Eerste Kamer dient te worden betrokken bij het opstellen van deze strategie. Hoe kijkt de minister van Defensie aan tegen de door mij ontvouwde nationale veiligheidsstrategie? Is hij bereid om de wenselijkheid van een dergelijke strategie te onderzoeken en te steunen?
(…)
Blz. 1050
Minister Kamp:
(…)
De heer Russell heeft een aantal thema’s aan de orde gesteld. Zijn hoofdthema was dat er moet worden gewerkt aan een geïntegreerd veiligheidsbeleid op grond van de huidige defensiedoctrine. Hij wil een soort nationale veiligheidsstrategie hebben. Ook anderen,
bijvoorbeeld de heer Van Middelkoop, hebben daarover het nodige gezegd. Er is door anderen over nagedacht en er zijn artikelen over geschreven. Wij vinden dit een
waardevolle ontwikkeling. Wij denken dat onze defensiedoctrine een goede bouwsteen is. Wij denken ook dat de civiel-militaire bestuursafspraken die Defensie met Binnenlandse Zaken heeft gemaakt, een goede bouwsteen zijn. Op dit moment is een werkgroep onder
leiding van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bezig om dit thema verder uit te diepen en voorstellen te doen. Defensie, Ontwikkelingssamenwerking
en Buitenlandse Zaken zijn daarbij betrokken. Ik denk dat wij daarmee door moeten gaan en dat dit een kapstok kan zijn voor beleid van verschillende ministeries zoals dat ook in de Eerste Kamer weer aan de orde zal komen. Ik zal de opvatting van de Kamer graag doorgeven aan mijn collega’s en dit brengen als eenstimulans om met de ontwikkelingen op dit punt door te gaan. Over het vervolg zal ik de Kamer informeren.
-
2 oktober 2006
Voortgang:documenten:-
-30821, nr. 1
-
-
21 maart 2006
toezegging gedaan