Minister Dekker geeft aan dat om de landelijke opgave voor wonen, zorg en welzijn verder te stimuleren de ministeries van VWS en VROM rond de zomer gezamenlijk een Actieplan naar de Tweede Kamer zullen sturen, waarin de onderwerpen uit de gezamenlijke beleidsbrief van VWS en VROM van 15 september 2003, waarin ondermeer is ingegaan op de verdeling van verantwoordelijkheden van woningcorporaties, gemeenten en provincies, en de inspanningen van VROM en VWS om deze opgave te realiseren nader zullen worden geconcretiseerd.
Nummer | T00164 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tr_VRO_2004_18 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 27 april 2004 |
Deadline | 21 september 2004 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer |
Commissie | commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | huurwoningen koopwoningen |
Kamerstukken | Begrotingsstaat Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 2004 (29.200 XI) |
Handelingen EK 2003-2004, 26-1414
[…]
Antwoord van de minister
Wonen en zorg
[…]
Volgens de heer Van den Berg is er voor bouwers onvoldoende zekerheid voor investeringen in zorg-infrastructuur. Hij vraagt of de komende Wet maatschappelijke zorg hiervoor nieuwe aanknopingspunten biedt en of ik overleg met mijn collega's van VWS om tot een landelijke stimulans te komen? In de toekomst zal inderdaad grote behoefte zijn aan voorzieningen zoals woonzorgcomplexen en wijksteunpunten. Onder invloed van de vergrijzing en de extramuralisering van de zorg ontstaat een aanzienlijke opgave op het terrein van wonen, zorg en welzijn. De ministeries van VROM en VWS hebben over deze opgave op 15 september 2003 een gezamenlijke beleidsbrief naar de Tweede Kamer gestuurd (Tweede Kamer, vergaderjaar 2002-2003, 26 631, nr. 57), waarin ondermeer is ingegaan op de verdeling van verantwoordelijkheden van de betrokken partijen. Er zijn immers verschillende partijen betrokken die in onderlinge samenwerking bijdragen kunnen leveren aan het realiseren van de opgave en de financiering daarvan. Zo wordt van woningcorporaties op grond van het 6de prestatieveld in het Besluit beheer sociale huursector verwacht dat zij een belangrijke bijdrage leveren en dat qua financiële draagkracht ook kunnen.
Ook gemeenten en provincies hebben diverse mogelijkheden en middelen die zij in toenemende mate zullen (moeten) inzetten voor het realiseren van de opgave, zoals bijvoorbeeld in het kader van het investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV). Componenten van de bouwkundige zorginfrastructuur zijn onderdeel van de overgangsregeling kapitaallasten extramurale zorginfrastructuur. De regeling wordt uitgevoerd door het College Tarieven Gezondheidszorg. Voor toegelaten zorginstellingen op basis van de AWBZ staat - overigens niet tot eind 2004, maar nog tot 1 januari 2006 - deze overgangsregeling open. Het ministerie van VWS beziet hoe de financiering van zorginfrastructuur per 1 januari 2006 structureel kan worden geregeld. Eind 2004 zal hier meer duidelijkheid over zijn. Hierbij zal bezien worden in hoeverre «welzijnsgerelateerde» componenten van bouwkundige zorginfrastructuur zoals deze nu gefinancierd kunnen worden op basis van de overgangsregeling, opgenomen kunnen worden in de voorgenomen Wet op de maatschappelijke ondersteuning (WMO). Om de landelijke opgave voor wonen, zorg en welzijn verder te stimuleren zullen de ministeries van VWS en VROM rond de zomer gezamenlijk een Actieplan naar de Tweede Kamer sturen, waarin de onderwerpen uit de genoemde beleidsbrief en de inspanningen van VROM en VWS om deze opgave te realiseren nader zullen worden geconcretiseerd.
[…]
-
5 juli 2004
Voortgang:documenten:-
-Brief, 26631 nr.99
-
-
27 april 2004
toezegging gedaan