De staatssecretaris van Defensie spreekt de hoop uit dat hij de Eerste Kamer voor de derde dinsdag in september zal kunnen informeren over de stand van zaken van de discussie over het genderbeleid bij de krijgsmacht.
Nummer | T00323 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_DEF_2006_5 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 21 maart 2006 |
Deadline | 19 september 2006 |
Verantwoordelijke(n) | staatssecretaris van Defensie |
Commissie | commissie voor Defensie |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Kamerstukken | Begrotingsstaat Defensie 2006 (30.300 X) |
Handelingen Eerste Kamer 2005 – 2006, 22 – 1061
Blz. 1024
De heer Russell (CDA):
Hoe gaat de staatssecretaris voorkomen dat de uitzenddruk te hoog wordt? En hoe verhoudt zich dat tot zijn initiatieven om meer vrouwen aan te stellen bij Defensie? Het is goed dat er mogelijkheden worden geschapen om parttime te werken en dat er kinderopvang bij de kazernes komt, maar hoe is dat verenigbaar met de hoge uitzenddruk? Kinderopvang in Kandahar behoort nu eenmaal niet direct tot de mogelijkheden, net zo min als parttime werken. Dat neemt niet weg dat van het personeel in zijn algemeenheid flexibiliteit mag worden gevraagd.
Blz. 1061
Staatssecretaris Van der Knaap:
De heer Russell heeft gezegd: staatssecretaris, u bent druk bezig met het genderbeleid en wilt graag vrouwen bij de krijgsmacht en ik zie een ontwikkeling waarbij meer parttime wordt gewerkt en de kinderopvang beter is geregeld, maar in Kandahar zal geen kinderopvang mogelijk zijn. Dat ben ik helemaal met hem eens, maar als je echt de stelling waar wilt maken dat zorg- en werktaken goed kunnen worden gecombineerd, moet je ook hiernaar kijken. Wij willen graag een krijgsmacht met jonge mannen en jonge vrouwen. Precies in die leeftijd is er sprake van gezinsvorming en gezinsuitbreiding. Je moet dan faciliteiten hebben zodat er mogelijkheden zijn niet alleen voor mannen, maar ook voor vrouwen. Dat betekent dat je goed moet kijken naar de omvang van de organisatie om die faciliteiten te kunnen aanbieden. Het is op dit moment een discussiepunt binnen mijn organisatie. Waartoe dat leidt, weet ik nog niet. Het is
wel goed dat de heer Russell het aan de orde heeft gesteld. Ik hoop dat ik voor de derde dinsdag van september kan melden wat de discussie tot op dat moment heeft opgeleverd.
-
13 oktober 2006
Voortgang:documenten:-
-30800 X, nr. 25
-
-
21 maart 2006
toezegging gedaan