Dit voorstel van rijkswet regelt het financiële toezicht op de landen Curaçao en Sint Maarten, zoals dat gaat gelden na de wijziging van de staatkundige positie van de landen binnen het Koninkrijk. Het toezicht vindt plaats totdat de landen voldoen aan de begrotingsnormen in de eigen wetgeving. Uitgangspunt is de regeling "Besluit tijdelijk financieel toezicht Nederlandse Antillen, Curaçao en Sint Maarten".
Met dit voorstel wordt het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) ingesteld. Het Cft heeft een signalerende en adviserende rol bij de uitoefening van het toezicht. Toezicht op het dagelijks financieel beheer komt bij de minister van Financiën van het land. Het financieel toezicht wordt beëindigd als het land voldoet aan de begrotingsnormen. Na vijf jaar vindt een evaluatie plaats.
Dit wetsvoorstel maakt deel uit van het pakket van wetsvoorstellen die zijn ingediend in het kader van staatkundige vernieuwing van het Koninkrijk (31.568).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.026 (R1888), A) is op 15 april 2010 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, GroenLinks, D66, PvdD, VVD, ChristenUnie, SGP en CDA stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 6 juli 2010 zonder stemming aangenomen. De fractie van de SP is daarbij aantekening verleend.
ingediend
5 augustus 2009titel
Regels voor het financieel toezicht op de landen Curaçao en Sint Maarten (Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
3
-
15 april 2010
stemming (aangenomen, voor: PvdA, GroenLinks, D66, PvdD, VVD, ChristenUnie, SGP en CDA) Handelingen TK 2009/2010, nr. 77, blz: 6557 -
-