Dit wetsvoorstel verruimt in artikel 668a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek tijdelijk de mogelijkheid om vaker en langer opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aan te gaan met werknemers jonger dan 27 jaar.
Het doel van het wetsvoorstel is om jongeren in de huidige economische crisis langer aan het werk te houden. Hiermee wordt een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet na verloop van drie, maar van vier tijdelijke contracten omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.058, A) is op 16 februari 2010 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, GroenLinks, D66, PvdD, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA, PVV en het lid Verdonk stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 29 juni 2010 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. ChristenUnie, SGP, VVD, CDA, OSF, D66, GroenLinks en de Fractie-Yildirim stemden voor.
ingediend
14 september 2009titel
Tijdelijke verruiming van de mogelijkheid in artikel 668a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek om arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aan te gaan in verband met het bevorderen van de arbeidsparticipatie van jongerenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst.
-
-
9 december 2011
brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake evaluatie tijdelijke crisismaatregel EK, H
voor kennisgeving aangenomen op 13 december 2011 -
-
-
-
-
-
29 juni 2010
stemming (aangenomen, voor: ChristenUnie, SGP, VVD, CDA, OSF, D66, GroenLinks en de Fractie-Yildirim) Handelingen EK 2009/2010, nr. 34, blz: 1446 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
16 februari 2010
stemming (aangenomen, voor: PvdA, GroenLinks, D66, PvdD, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA, PVV en het lid Verdonk) Handelingen TK 2009/2010, nr. 55, blz: 4967 -
-
10 februari 2010
behandeling Handelingen TK 2009/2010, nr. 53, blz: 4889-4900