Dit wetsvoorstel geeft uitvoering aan het Verdrag inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden (PbEU PM) en aan de EG-verordening nr. 4/2009 over de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (PbEU 1/7).
Hiermee wordt de effectieve inning van alimentatie en de administratieve samenwerking tussen de verdrags- en lidstaten verbeterd. Het verdrag vervangt een aantal eerdere Haagse verdragen (uit 1973 en 1958 en 1965) en het VN-verdrag van New York uit 1956) op het terrein van alimentatie.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 32.617, nr. 2) is op 1 juni 2011 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 27 september 2011 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
1 februari 2011titel
Uitvoering van het op 23 november 2007 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden (PbEU PM) en van de verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (PbEU L 7/1) (Uitvoeringswet internationale inning levensonderhoud)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
3