32.696

Opheffing van het Spaarfonds Algemene Ouderdomswet (AOW)



Dit wetsvoorstel heft het Spaarfonds AOW op. Doel van het Spaarfonds AOW was om de verwachte piek in de AOW-uitgaven op te kunnen vangen en daarvoor een zo stevig mogelijke financiele basis te creëren. Storting in het Spaarfonds AOW ten behoeve van zichtbare aflossing van de Staatsschuld zou dan, samen met de andere rijksbijdragen toereikend zijn om vanaf 2020 de piek in de AOW-uitgaven op te vangen.

In het kader van de discussie over de lange termijn houdbaarheid van de overheidsfinanciën zijn voorstellen gedaan om de AOW ook voor de toekomst zeker te stellen, onder meer door middel van verhoging van de AOW-leeftijd en aanpassing van het Witteveen-kader (fiscale behandeling van aanvullende pensioenen). Deze benadering geeft volgens het kabinet nieuwe handvatten voor het beleid gericht op zekerheden voor de AOW in de toekomst en maakt het mogelijk het spaarfonds AOW op te heffen.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (TK 32.696, nr. 2) is op 28 juni 2011 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 27 september 2011 als hamerstuk afgedaan. 


Kerngegevens

ingediend

16 maart 2011

titel

Opheffing van het Spaarfonds AOW

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip


Documenten

2