T01358

Toezegging Niet vooruitlopen op wetgeving herziening gerechtelijke kaart (32.021)



De Minister van Veiligheid en Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Van de Beeten, Broekers-Knol, Haubrich-Gooskens, Quik-Schuijt en Staal, toe geen onomkeerbare stappen te zetten bij de voorbereiding van wetgeving die samenhangt met de herziening van de gerechtelijke kaart.


Kerngegevens

Nummer T01358
Status voldaan
Datum toezegging 10 mei 2011
Verantwoordelijke(n) Minister van Veiligheid en Justitie
Kamerleden mr. R.H. van de Beeten (CDA)
mr. A. Broekers-Knol (VVD)
mr. C.T.E.M. Haubrich-Gooskens (PvdA)
mr. A.C. Quik-Schuijt (SP)
mr. B. Staal (D66)
Commissie commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen vooruitlopen op wetgeving
Wet herziening gerechtelijke kaart
Kamerstukken Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie (32.021)


Uit de stukken

Handelingen I 2010-2011, nr. 26 - blz. 34

Minister Opstelten: " Als je met de gerechtelijke kaart bezig bent, dan moet je je in de voorbereiding ook afvragen wat er gaat gebeuren als dat wetsvoorstel wet wordt. Die voorbereiding moet binnen de kaders van de wet blijven. Daar zult u mij een geharnast voorstander van vinden en daarop kunt u mij aanspreken. Ik zal daar natuurlijk ook de Raad voor de rechtspraak op aanspreken, die zich daar eveneens van bewust is. Dat weet ik uit ervaring van een gesprek met de raad. Hetzelfde geldt voor de nationale politie. Ook dat is een dynamische organisatie en ik heb met de Tweede Kamer afgesproken dat ik zaken zal voorbereiden, zonder onomkeerbare stappen te zetten. Ik heb aan het begin van mijn betoog gezegd dat ik geen onomkeerbare stappen zal zetten. Ik wil dat halverwege mijn betoog weer zeggen en ik wil daar ook mee afsluiten. Dat is hoe ik in dit soort processen zit en daar kan de Kamer mij op aanspreken. Ik wil ook dat de Kamer mij daarop aanspreekt."


Brondocumenten


Historie