Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet privatisering Algemeen burgerlijk pensioenfonds (ABP) en strekt ertoe de mogelijkheid te schrappen om het personeel in dienst van een privaatrechtelijk lichaam (B3-lichaam) als overheidswerknemers aan te wijzen. In het verleden was de aanwijzingsmogelijkheid bij privatisering de enige mogelijkheid voor aansluiting bij het ABP. De werknemers van een B3-lichaam kunnen echter sinds enkele jaren ook deelnemen bij een ander (verplicht gesteld) pensioenfonds, of er kan worden deelgenomen bij het ABP op basis van een vrijwillige aansluiting.
Werkgever en werknemers dienen het onderbrengen van de pensioenaanspraken wel in het arbeidsvoorwaardenoverleg af te spreken. Als er wordt besloten tot het vrijwillig aansluiten bij het ABP, dan blijven de reeds opgebouwde pensioenaanspraken bij het ABP in stand.
Gelet op deze ontwikkelingen en mogelijkheden is er geen noodzaak meer om tot een aanwijzing van een B3-lichaam over te gaan en kan de aanwijzingsbevoegdheid geschrapt worden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK 33.658, nr. 2) op 30 januari 2014 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 februari 2014 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
12 juni 2013titel
Wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met het schrappen van de aanwijzingsbevoegdheid om een privaatrechtelijk lichaam als lichaam waarvan de werknemers deelnemen in de Stichting Pensioenfonds ABP aan te wijzenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
5