Dit wetsvoorstel regelt de uitvoering het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen betreffende de burgerluchtvaart (Trb. 2013, 134) en het Aanvullend Protocol bij het Verdrag tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen (Trb. 2013, 133) in het Wetboek van Strafrecht en de Uitleveringswet.
Het Verdrag verbetert de internationale samenwerking ter voorkoming en bestrijding van criminaliteit tegen de burgerluchtvaart. Hiermee wordt de veiligheid en beveiliging van mensen en goederen, de exploitatie van luchtvaartdiensten, luchthavens en luchtvaart verbeterd. Met het verdrag en het protocol wordt de strafbaarstelling van verschillende ernstige delicten, zoals terroristische misdrijven, in de burgerluchtvaart geregeld. Ook worden de extraterritoriale rechtsmacht en de mogelijkheden tot uitlevering en het verlenen van internationale rechtshulp in strafzaken verruimd.
Gelijktijdig met dit wetsvoorstel is het voorstel Uitvoering Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen betreffende de burgerluchtvaart (33.760 (R2010)) ingediend.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK 33.759, A) op 20 maart 2014 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 8 april 2014 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
30 september 2013titel
Uitvoering van het op 10 september 2010 te Beijing tot stand gekomen Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen betreffende de burgerluchtvaart (Trb. 2013, 134) en het op 10 september 2010 te Beijing tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen (Trb. 2013, 133)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
8