33.907

Voorkoming van de verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen



Dit wetsvoorstel geeft uitvoering aan de op 30 oktober 2009 tot stand gekomen wijziging van artikel 6 van het Protocol van 1996 bij het Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen van 1972 (het Protocol), zoals opgenomen in Resolutie LP3.(4) (Tractatenblad 2011, nr. 72).

Dit wetsvoorstel vergezelt het voorstel van rijkswet houdende goedkeuring van de wijziging van artikel 6 van het Protocol (33.906).

Het Protocol staat de opslag van CO2 in de zeebodem toe, als dit afkomstig is van afvang (CCS: carbon capture storage). Op grond van het geldende artikel 6 van het Protocol is het op dit moment verboden afval en andere stoffen, waaronder CO2, voor het storten of verbranden op zee te exporteren. De op 30 oktober 2009 tot stand gekomen wijziging van artikel 6 van het Protocol maakt deze export onder bepaalde voorwaarden mogelijk. Hiermee draagt deze wijziging bij aan het wegnemen van belemmeringen die op grond van het Protocol hiervoor kunnen bestaan en daarmee aan het beperken van de klimaatverandering en verzuring van de oceanen.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

De Tweede Kamer heeft het voorstel op 5 juni 2014 als hamerstuk afgedaan.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 24 juni 2014 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

1 april 2014

titel

Wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES in verband met de uitvoering van de op 30 oktober 2009 tot stand gekomen wijziging van artikel 6 van het op 7 november 1996 te Londen tot stand gekomen Protocol van 1996 bij het Verdrag inzake de voorkoming van de verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen van 1972, zoals opgenomen in Resolutie LP.3(4) (Trb. 2011, 72)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld


Hoofdlijnen

Het Protocol omvat onder meer:

  • de uitbreiding van de werking van het Verdrag naar de zeebodem en de ondergrond van alle mariene wateren;
  • de codificatie van de moderne milieubeginselen van voorzorg en de vervuiler betaalt;
  • een stortverbod voor afval en andere stoffen in zee, met uitzondering van onder andere baggerspecie, zuiveringsslib, visafval van op industriële wijze verwerkte vis en kooldioxidestromen afkomstig van processen voor het opvangen van kooldioxide ten behoeve van opslag (de zogenoemde reverse list van bijlage 1);
  • een beoordelingssysteem voor de stortvergunning;
  • het verbod afval te verbranden op zee;
  • een exportverbod van afval of andere stoffen voor het storten of verbranden op zee.

Documenten

6