Het voorstel van rijkswet strekt tot goedkeuring van het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Het verdrag vormt een belangrijke bijdrage in de strijd tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Goedkeuring van het verdrag wordt gevraagd voor het gehele Koninkrijk.
De meeste uit het Verdrag voortvloeiende verplichtingen stemmen overeen met het Nederlandse beleid ten aanzien van de aanpak van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld en de voorzieningen die daartoe in Nederland zijn getroffen. Ook in de verplichtingen bepaalde gedragingen strafbaar te stellen, ruime extraterritoriale rechtsmacht te vestigen en afdoende verjaringstermijnen te waarborgen wordt voorzien in de huidige Nederlandse wetgeving.
Slechts op een beperkt aantal punten moeten het Nederlandse Wetboek van Strafrecht en de Uitleveringswet worden aangepast. In een afzonderlijk wetsvoorstel tot uitvoering van het Verdrag worden deze aanpassingen geregeld. Het wetsvoorstel tot uitvoering van het Verdrag is gelijktijdig met dit voorstel van rijkswet ingediend (34.039).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 34.038, B) is op 9 juni 2015 aangenomen door de Tweede Kamer. CDA, ChristenUnie, SGP, VVD, Houwers, Klein, Groep Kuzu/Öztürk, 50PLUS, Van Vliet, D66, GroenLinks, PvdA, PvdD en SP stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 23 juni 2015 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de PVV is daarbij aantekening verleend.
ingediend
23 september 2014titel
Goedkeuring van het op 11 mei 2011 te Istanboel tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Trb. 2012, 233)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
Het Verdrag heeft, zoals blijkt uit artikel 1, de volgende doelstellingen:
-
1.vrouwen beschermen tegen alle vormen van geweld evenals geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld voorkomen, vervolgen en uitbannen;
-
2.bijdragen aan de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen en wezenlijke gelijkheid van vrouwen en mannen bevorderen, mede door de eigen kracht van vrouwen te versterken;
-
3.een allesomvattend kader opzetten met beleid en maatregelen ter bescherming en ondersteuning van alle slachtoffers van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld;
-
4.internationale samenwerking bevorderen teneinde geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld uit te bannen;
-
5.ondersteuning en bijstand bieden aan organisaties en rechtshandhavende instanties teneinde effectief samen te werken ten behoeve van het aannemen van een integrale aanpak om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld uit te bannen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
23 september 2014
advies Afdeling advisering Raad van State van het Koninkrijk en Nader rapport TK, 4 -
-
-