Het wetsvoorstel strekt tot implementatie van richtlijn nr. 2013/30/EU. Deze richtlijn heeft tot doel het risico van zware ongevallen bij offshore olie- en gasactiviteiten te verkleinen en de gevolgen hiervan te beperken.
Hiertoe verbetert de richtlijn de voorwaarden voor een veilige opsporing en winning van olie en gas op zee en scherpt reactiemechanismen bij zware ongevallen aan. Op die manier wordt het mariene milieu beter tegen verontreiniging beschermd.
De richtlijn heeft daarnaast tot doel de regels over de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten te harmoniseren door in één richtlijn zowel regels te stellen over de veiligheid van werknemers als over bescherming van het milieu.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A) is op 28 april 2015 aangenomen door de Tweede Kamer. PVV, Groep Bontes/Van Klaveren, CDA, ChristenUnie, SGP, VVD, Houwers, Klein, Groep Kuzu/Öztürk, 50PLUS, D66, GroenLinks, PvdA, PvdD en SP stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 20 december 2016 na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen. Tijdens de behandeling zijn een drietal moties ingediend.
Dit wetsvoorstel werd gezamenlijk behandeld met wetsvoorstel Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen (34.390) en wetsvoorstel Versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings-, winnings- en opslagvergunningen (34.348).
ingediend
24 september 2014titel
Wijziging van de Mijnbouwwet, de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met implementatie van richtlijn nr. 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van richtlijn 2004/35/EG (PbEU 2013, L 178), en wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de omkering van de bewijslast bij schade binnen het effectgebied van een mijnbouwwerkschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Economische Zaken
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
4