Dit initiatiefwetsvoorstel is een novelle die het Initiatiefvoorstel-Van Raak, Fokke, Koşer Kaya, Voortman, Segers, Thieme en Klein Wet Huis voor klokkenluiders (33.258) wijzigt. De Eerste Kamer heeft tijdens de eerste termijn van de plenaire behandeling van het initiatiefvoorstel 33.258 de wens uitgesproken dat dat voorstel zo spoedig mogelijk tot wet wordt verheven, maar tevens aangegeven een aantal zorgen te hebben. Dat heeft de initiatiefnemers doen besluiten tot een wijziging van het wetsvoorstel, waarin onder meer gevolg wordt gegeven aan de toezeggingen die aan de Eerste Kamer zijn gedaan. Ook wordt daarmee tegemoet gekomen aan bezwaren die eerder door een aantal fracties in de Tweede Kamer zijn gemaakt. Het gaat hierbij onder meer over het vormgeven van het Huis als bijzonder zelfstandig bestuursorgaan, de scheiding van advies en onderzoek, specifieke onderzoeksbevoegdheden voor de publieke sector en de private sector, de samenwerking met het Openbaar Ministerie, markttoezichthouders en inspecties of andere bevoegde instanties en de reikwijdte van de rechtsbescherming.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 34.105, A) is op 2 juli 2015 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 1 maart 2016 na hoofdelijke stemming met algemene stemmen aangenomen.
De tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel ingediende motie-Bikker (ChristenUnie) c.s. over wettelijke benadelingsbescherming van personen die anders dan uit dienstbetrekking arbeid verrichten of hebben verricht (EK 33.258 / 34.105, I) is op 1 maart 2016 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. VVD, CDA en PVV stemden tegen. De motie-Bikker (ChristenUnie) c.s. over de informatiepositie van het Openbaar Ministerie (EK 33.258 / 34.105, J) is na een toezegging van de minister van BZK op 1 maart 2016 aangehouden. De motie is op 25 september 2018 vervallen op basis van artikel 93, derde lid, van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer.
De plenaire behandeling en de hervatting van de plenaire behandeling van het oorspronkelijke initiatiefvoorstel 33.258 door de Eerste Kamer vonden plaats op 9 februari 2016. De voor 16 februari 2016 voorziene stemmingen zijn op die dag van de plenaire agenda gehaald. Op 1 maart 2016 vond een heropening van de plenaire behandeling, inclusief hoofdelijke stemmingen, plaats. Naar aanleiding van de bespreking van de brief van de initiatiefnemers van 12 februari 2016 (EK 34.105 / 33.258, F) met antwoorden op vragen over de rechtsbescherming als gevolg van het melden van een vermoeden van een misstand, gesteld tijdens de plenaire behandeling op 9 februari, en de brief van de minister van BZK van 15 februari 2016 (EK 34.105 / 33.258, F) over benadelingsbescherming, had de Kamer op 16 februari 2016 conform het advies van de Commissie BiZa/AZ besloten tot heropening van de beraadslagingen op 1 maart 2016.
Bij brief van 9 april 2015 (TK 34.105, nr. 4) hebben de initiatiefnemers medegedeeld dat het Tweede Kamerlid Voortman (GroenLinks) in het vervolg dit wetsvoorstel mede zal ondertekenen en verdedigen. De Eerste Kamer is bij brief van 20 november 2015 (EK 33.258 / 34.105, H) door de Voorzitter van de Tweede Kamer geïnformeerd over het besluit van de Tweede Kamer dat het lid Koşer Kaya (D66) de plaats in zal nemen van het voormalige lid Schouw (D66) en het lid Thieme (PvdD) de plaats in zal nemen van het lid Ouwehand (PvdD) bij de verdediging van de wetsvoorstellen.
ingediend
11 december 2014titel
Voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Koşer Kaya, Segers, Thieme, Klein en Voortman tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluidersschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Indien het initiatiefvoorstel-Van Raak, Fokke, Schouw, Voortman, Segers, Ouwehand en Klein Wet Huis voor klokkenluiders (33.258) tot wet is of wordt verheven en die wet in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.