T02605

Toezegging Toezending strategie met betrekking tot digitalisering van de samenleving (34.775 VI)



De Minister voor Rechtsbescherming zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Strik, Van Bijsterveld en Duthler, toe voor de zomer een strategie te formuleren met betrekking tot de digitalisering van de samenleving.


Kerngegevens

Nummer T02605
Status voldaan
Datum toezegging 22 mei 2018
Deadline 1 juli 2018
Verantwoordelijke(n) Minister voor Rechtsbescherming
Kamerleden prof. dr. S.C. van Bijsterveld (CDA)
mr. dr. A.W. Duthler (Fractie-Duthler)
mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen digitalisering
modernisering
Staat van de rechtsstaat
strategie
visie
Kamerstukken Begrotingsstaten Justitie en Veiligheid 2018 (34.775 VI)


Uit de stukken

Handelingen I 2017/2018, nr. 30, item 3, pg. 12

Mevrouw Strik (Groenlinks):

Voorzitter. Het Rathenau Instituut concludeerde alweer enige tijd geleden dat de toenemende digitalisering belangrijke publieke waarden als gelijke behandeling, privacy, autonomie en menselijke waardigheid onder druk zet. Het is hoog tijd om de fundamentele impact van digitalisering op de samenleving te onderkennen en ervoor te zorgen dat publieke waarden en grondrechten in het digitale tijdperk worden geborgd. Mijn fractie is daarom blij met de aankondiging van de minister om onderzoek uit te zetten naar de impact van algoritmen en naar de borging van onze publieke waarden in het digitale tijdperk. Worden deze onderzoeken in interdepartementale afstemming uitgezet? Wordt de rol van toezichthouders ook betrokken bij deze onderzoeken? En welke planning voorziet de minister voor de komende jaren: zet hij erop in om nog deze kabinetsperiode de studies te benutten voor een kabinetsvisie en voor een eventuele invoering van maatregelen? Op welke wijze betrekt de regering het parlement bij de noodzakelijke reflectie op de governance van de maatschappelijke en ethische digitaliseringsvraagstukken?

Handelingen I 2017/2018, nr. 30, item 6, pg. 2

Mevrouw Van Bijsterveld (CDA):

Voorzitter. Ik ga nog even specifieker in op digitalisering. De voorzitter van de WRR, mevrouw Prins, heeft tijdens de deskundigenbijeenkomst in de Eerste Kamer de relatie tussen digitalisering en de rechtsstaat indringend aan de orde gesteld. Zij noemde ontwikkelingen als oneigenlijk gebruik of misbruik van data in handen van monopolisten, digitale micro-targeting van burgers in relatie tot de cultuur van de rechtsstaat, opsporing door de politie via het zogenaamde darkweb en de voorsprong van de uitvoerende macht in data-analyse op de wetgevende en rechtsprekende macht. Welke visie heeft het kabinet op de gevolgen van de digitaliserende samenleving op de trias politica en de rechtsstaat in brede zin? Naar het oordeel van mijn fractie is zo’n visie dringend gewenst.

Handelingen I 2017/2018, nr. 30, item 6, pg. 9

Mevrouw Duthler (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Ik kom toe aan het thema van de positie van de burger in de rechtsstaat. Meer in het bijzonder zal ik daarbij ingaan op de gevolgen van digitalisering, of ook wel digital transformation genoemd, voor de kernwaarden van de rechtsstaat, de vrijheid van burgers en de human dignity.

De digital transformation, of in gewoon Nederlands de digitale transformatie, wordt gezien als de volgende stap in de digitale evolutie. Het bijzondere van de huidige digitale transformatie ligt niet zozeer in snellere computers of nog betere programma's, maar in het altijd verbonden zijn van mens en machine met zijn omgeving. Een omgeving waarin het internet uit het bewustzijn van de mens zal verdwijnen. Het is er namelijk gewoon, of we nu onze smartphone uit onze jaszak halen, een apparaat aanzetten of een ruimte binnenlopen: we zijn verbonden met alles en iedereen om ons heen, zonder dat we daar verder nog over nadenken. Het ontbreken ervan zou zoiets zijn als het niet meer opkomen van de zon in de morgen. In dat verband spreken we wel van "the augmented human being". De convergentie van nanotechnologie, biotechnologie, informatietechnologie en cognitieve wetenschappen heeft niet alleen invloed op de mensenrechten, maar ook op het fundamentele concept van wat een "human being" karakteriseert. Grenzen tussen mens en machine, tussen online- en offlineactiviteiten, tussen de fysieke en de virtuele wereld, tussen natuurlijk en kunstmatig, tussen realiteit en virtualiteit vervagen als gevolg van die eerder genoemde digital transformation. De mensheid vergroot haar mogelijkheden met behulp van machines, robots en software. Dan komen we aan bij die augmented human being. Hoe bereidt de regering zich op dergelijke ontwikkelingen voor?

De Raad van Europa heeft vorig jaar een resolutie aangenomen waarin hij de aanbeveling deed dat elke machine, elke robot of artificieel intelligentieartefact onder menselijke controle moest blijven en dat elke bevoegdheid of power die zij krijgen, te allen tijde ingetrokken moest kunnen worden. Ook adviseerde de Raad om richtlijnen op te stellen die de transparantie versterken, om nadere regulering te onderzoeken en om de zogenaamde operators' accountability in te voeren, opdat de makers, eigenaren en managers van die systemen zich nooit kunnen verschuilen achter onafhankelijke besluitvorming door deze systemen zelf. Voorts moeten het ontwerp en het gebruik van persuasion software, ICT en algoritmes altijd volledig de waardigheid en de rechten van alle gebruikers respecteren. Wat vindt de regering van deze aanbevelingen? Is de regering van plan om deze aanbevelingen verder te brengen, bijvoorbeeld in de JBZ-Raad of in het verband van de Verenigde Naties? Hoe bereidt de regering zich op dergelijke ontwikkelingen voor?

Handelingen I 2017/2018, nr. 30, item 6, pg. 24-25

Minister Dekker:

Ik kan in mijn introductie nog kort even stilstaan bij mijn derde aandachtspunt: modernisering. In de wereld om ons heen bieden technologische ontwikkelingen enorme kansen, ook op het gebied van recht. We zien dat bijvoorbeeld al bij veranderingen door doe-het-zelfplatforms en programma's die vraag en aanbod bij elkaar brengen. Er is slimme software die contracten genereert en er zijn zoekprogramma's die bewijsstukken duizendmaal sneller doorzoeken dan advocaten en rechters kunnen. Er zijn alternatieven voor de gang naar de rechter, bijvoorbeeld in echtscheidingszaken. Stuk voor stuk positieve ontwikkelingen. Het kabinet is volop bezig met het formuleren van een wat meer omvattende strategie met betrekking tot de digitalisering van de samenleving. Wat betekenen die digitalisering en die technologische ontwikkeling nu precies en hoe kunnen we dat kabinetsbreed ondersteunen? Daarbij kijken we naar de kansen, maar zeker maken ook de ethische aspecten en dilemma's daar onderdeel van uit.

Mevrouw Duthler (VVD):

Maken daar ook de vraagstukken onderdeel van uit die in de eerste termijn van mijn fractie naar voren zijn gekomen, zoals de toenemende verwevenheid tussen mens en machine en zijn omgeving, de invloed van algoritmes, de vrijheid van informatie en de vrijheid van keuze van informatie? Worden die in die onderzoeken meegenomen?

Minister Dekker:

Ja, en ik kom ook op dit punt straks zeer uitgebreid terug als het gaat over de digitale transformatie en wat er allemaal loopt, zowel in Nederland als in Brussel. Neem bijvoorbeeld de AVG die deze week ingaat, maar daarmee eindigt het niet. Er is een aantal ontwikkelingen waar ik u graag nog even over bijpraat.

Mevrouw Van Bijsterveld (CDA):

De minister komt daar ongetwijfeld strakjes op terug, maar ik ben nu al heel nieuwsgierig of hij kan aankondigen op welke termijn die visie te verwachten valt.

Minister Dekker:

Ik vermoed dat die voor de zomer komt.


Brondocumenten


Historie