Dit wetsvoorstel past de begrotingsstaat van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan in verband met het kabinetsbesluit om extra middelen beschikbaar te stellen om versneld te werken aan reducering van broeikasgasuitstoot.
Het voorstel (TK, 1) is op 3 december 2019 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie en Van Haga.
Tegen: FVD en PVV
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 17 december 2019 als hamerstuk afgedaan. FVD, PVV en de Fractie-Otten is daarbij aantekening verleend.
ingediend
28 juni 2019titel
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van 1 juli van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na de datum van 1 juli, dan treedt zij inwerking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 juli van het onderhavige begrotingsjaar.
-
-
22 januari 2020
Verslag van een wetgevingsoverleg, gehouden op 27 november 2019, over de Incidentele suppletoire begrotingen inzake Urgenda-maatregelen TK 35.234 / 35.235 / 35.236 / 35.237, 7 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-