Dit wetsvoorstel bevat de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2020 van het ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet van de Koning en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Het voorstel (TK, 1) is op 3 december 2019 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, GroenLinks, DENK, 50PLUS, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie, PVV en Van Haga.
Tegen: FVD, PvdD en Van Kooten-Arissen.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 17 december 2019 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de PvdD is daarbij aantekening verleend.
ingediend
17 september 2019titel
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2020schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.
20