Met dit wetsvoorstel wordt in de Wet educatie beroepsonderwijs (WEB) een bepaling opgenomen waarbij individuele MBO-instellingen in aanmerking kunnen komen voor aanvullende middelen in geval van bijzondere omstandigheden die in redelijkheid niet binnen de rijksbijdrage van het betreffende jaar kunnen worden opgevangen en in redelijkheid ook niet kunnen worden opgevangen binnen de normale bedrijfsvoering.
Verder wordt er voorzien in een jaarlijkse reservering binnen het landelijk budget mbo waaruit aanvullende middelen voor bijzondere omstandigheden kunnen worden verstrekt en wordt er een grondslag opgenomen om de verstrekte aanvullende middelen geheel of gedeeltelijk in mindering te brengen op de rijksbijdrage in latere jaren.
Door dit wetsvoorstel is geen ad hoc beleid meer nodig en is transparant waar de middelen voor deze aanvullende bekostiging vandaan komen. De niet-bestede gereserveerde middelen worden aan het einde van het jaar van reservering alsnog uitgekeerd aan de mbo-instellingen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, 2) is op 16 januari 2020 als hamerstuk afgedaan door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel op 2 juni 2020 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
18 september 2019titel
Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES inzake het verstrekken van aanvullende middelen in verband met bijzondere omstandighedenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
Er zijn geen documenten gevonden.