35.357

Afschaffing rekentoets voortgezet onderwijs



Met dit wetsvoorstel wordt de rekentoets in het voortgezet onderwijs (vo) met terugwerkende kracht afgeschaft met ingang van het schooljaar 2019/2020.

Toetsing van basisvaardigheden rekenen van leerlingen met wiskunde in hun eindexamenpakket geschiedt vanaf dat schooljaar door middel van het wiskunde-examen. Voor leerlingen die geen eindexamen in wiskunde doen, moet door scholen een schoolexamen rekenen worden ontworpen. De verplichting daartoe zal met ingang van het schooljaar 2020/2021 van kracht worden, omdat eerst in de benodigde wetgeving zal moeten worden voorzien.

Door de combinatie van het afschaffen van de rekentoets per 1-8-2019 en de invoering van het schoolexamen rekenen per 1-8-2020 ontstaat er een gat van één jaar waar leerlingen zonder wiskunde het diploma kunnen behalen zonder dat zij ofwel de rekentoets of het schoolexamen rekenen hoeven af te leggen. Een invoering met terugwerkende kracht is voor het schoolexamen rekenen niet mogelijk omdat, er in tegenstelling tot het afschaffen van de rekentoets, geen sprake is van een begunstigende maatregel.


Stand van zaken

Het voorstel (EK, A) is op 22 april 2020 aangenomen door de Tweede Kamer.

Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie, FVD en Van Haga

Tegen: PVV.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 30 juni 2020 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de PVV is daarbij aantekening verleend.


Kerngegevens

ingediend

6 december 2019

titel

Wijziging van onder andere de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de afschaffing van de rekentoets in het voortgezet onderwijs (afschaffing rekentoets vo)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit kan worden bepaald dat deze wet, met uitzondering van artikel I, onderdeel D, en artikel III, onderdeel B, terugwerkt tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.


Documenten

9