Dit voorstel is de eerste lezing (het overwegings- of verklaringsvoorstel) van een aanpassing die beoogt twee uitgewerkte additionele artikelen van de Grondwet te laten vervallen.
Additioneel artikel I van de Grondwet bepaalt dat de artikelen 57a en 129, derde lid, tweede volzin, van de Grondwet eerst na vier jaar of op een bij of krachtens de wet te bepalen eerder tijdstip in werking treden. Deze artikelen zijn op 11 oktober 2006 in werking getreden met Wet houdende regeling van de tijdelijke vervanging van leden van de Tweede Kamer en Eerste Kamer der Staten-Generaal, de provinciale staten en de gemeenteraden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte (30.229). Additioneel artikel I van de Grondwet is daarmee uitgewerkt en kan vervallen.
Additioneel artikel II van de Grondwet bepaalt dat artikel 54, tweede lid, naar de tekst van 1983 gedurende vijf jaren of een bij of krachtens de wet te bepalen kortere termijn van kracht blijft en dat deze termijn bij de wet voor ten hoogste vijf jaren kan worden verlengd. Deze termijn is geëindigd op 1 december 2008, de datum waarop de wet van 25 september 2008 tot wijziging van de Kieswet en enkele andere wetten houdende enkele technische aanpassingen (31.115) in werking is getreden. Additioneel artikel II van de Grondwet is daarmee uitgewerkt en kan vervallen.
Wetsvoorstel 35.787 bevat de tweede lezing van deze Grondwetswijziging.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, 2) is op 2 juni 2020 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 juni 2020 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
20 maart 2020titel
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van additionele artikelen die zijn uitgewerktschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
3