Dit wetsvoorstel regelt in de Algemene wet bestuursrecht dat de hoogste bestuursrechters (de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven en de belastingkamer van de Hoge Raad) de mogelijkheid krijgen om anderen dan de direct betrokken partijen te laten meedenken bij een bepaalde zaak. De inbreng van anderen geeft rechters een beter en breder zicht op de mogelijke maatschappelijke gevolgen van een te nemen beslissing. Hiermee wil de regering de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling bevorderen.
Het instrument van "meedenken" met de rechter (amicus curiae) stelt rechters beter in staat om alle relevante gezichtspunten te betrekken bij een beslissing. Dat is met name van belang als de gevolgen van een uitspraak verder reiken dan de betrokken partijen. De rechter kan dan in een bepaalde zaak bijvoorbeeld aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vragen wat de gevolgen zijn voor gemeenten. Het is aan de rechter om te bepalen of hij het nuttig vindt om de inbreng van meedenkers te vragen. Ook bepaalt de rechter zelf hoe hij die inbreng laat meewegen in zijn beslissing.
Daarnaast wordt het met dit voorstel mogelijk dat rechters uit de Raad van State deel kunnen nemen aan de rechtspraak bij de Hoge Raad. Het omgekeerde is al mogelijk.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 2) op 24 september 2020 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 13 oktober 2020 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
31 augustus 2020titel
Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met enkele wijzigingen in het belang van de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling bij de hoogste rechtscolleges (Amicus curiae en kruisbenoemingen)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
2