De Eerste Kamer debatteerde maandag 5 en dinsdag 6 oktober met minister Hugo de Jonge (VWS) over de Tijdelijk wet notificatieapplicatie covid-19, ook wel bekend als de coronamelder. Het eerste deel van het debat was maandag. Het tweede deel van het debat en de stemming over het wetsvoorstel, hoofdelijk, vond dinsdag plaats. Ook is dinsdag gestemd over drie tijdens het debat ingediende moties.
Tijdens het debat op maandag uitten veel fracties kritiek op (onderdelen) van de wet. Enkele fracties (FVD, PVV, PvdD) kondigden bij voorbaat aan tegen de wet te zullen stemmen omdat zij het nut en de noodzaak van de wet niet onderschrijven. Andere fracties (GroenLinks, D66, PvdA, SP, ChristenUnie, 50PLUS, SGP, Fractie-Otten, OSF) vroegen om garanties en toezeggingen van de minister voordat zij zouden overwegen met het wetsvoorstel in te stemmen. Een enkele fractie (VVD, CDA) liet weten het wetsvoorstel te steunen, onder het motto 'alle kleine beetjes helpen', om de verdere verspreiding van het coronavirus in te perken. De meeste fracties spraken hun waardering uit voor de regering dat zij de app bij wet wil regelen. Om een dergelijke app te lanceren is een wet namelijk niet nodig.
De zorgen van de meeste fracties betroffen het vrijwillige karakter van de app: in hoeverre zal er toch geen sprake zijn van dwang of drang, vroegen zij de minister. Daarnaast wilden zij van de minister weten in hoeverre de privacy van de gebruikers daadwerkelijk beschermd is en er geen misbruik kan worden gemaakt van iemands gegevens. De betrokkenheid van grote Amerikaanse bedrijven zoals Google en Apple baarde de Kamer bijvoorbeeld zorgen. Zij vroeg zich af of de gegevens van de gebruikers bij deze bedrijven wel in veilige handen zijn. De meeste fracties spraken overigens hun waardering uit voor de open sourcemethode waarmee de app tot stand is gekomen.
Ook over de uitvoerbaarheid had de Kamer enkele vragen met betrekking tot de testcapaciteit van de ggd's: kunnen mensen zich direct laten testen wanneer zij zich melden met een notificatie van de app in het geval zij gedurende langere tijd binnen anderhalve meter in de buurt van een besmet persoon zijn geweest? De testcapaciteit van de ggd's is op dit moment nog niet voldoende en alleen voor mensen met coronaverschijnselen. De fracties hadden tot slot veel vragen aan de minister over de recent bekendgemaakte foutmarge tijdens de testfase van de app: in zes van de tien gevallen bleek een onjuiste notificatie te zijn verstuurd.
Minister De Jonge garandeerde in zijn beantwoording dat het downloaden van de app volstrekt vrijwillig is. Werkgevers kunnen bijvoorbeeld niet van hun medewerkers vragen dat zij de app downloaden. Hij benadrukte verder dat de app geen middel is om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Ons gedrag is volgens de minister het enige waarmee we het virus onder controle krijgen. Wat betreft de testcapaciteit zei hij dat ze op dit moment onder andere meerdere sneltesten uitproberen om zo 'op de drempel' van november te kunnen besluiten over de inzet op grote schaal. De Jonge zei verder dat enkele weken geleden is gebleken dat het testen van mensen zonder klachten weinig zinvol bleek en een grote wissel trok op de testcapaciteit.
In de tweede termijn op dinsdagochtend zijn drie moties ingediend. De eerste motie, van senator Nicolai (PvdD), verzoekt de regering aanvullende informatie op te nemen bij de informatie over nut en werking van de CoronaMelder. De minister ontraadde deze motie. De tweede motie, eveneens van Nicolai, verzoekt de regering de inwerkingtreding van de wet uit te stellen tot er voldoende testcapaciteit is om te garanderen dat binnen drie dagen een testresultaat kan worden verkregen. Ook deze motie werd door de minister ontraden. De derde motie, van senator Gerkens (SP), roept de regering op daar waar mogelijk de app door te ontwikkelen door andere implementaties van de app mogelijk te maken zodat gebruikers ook los van Google en Apple de app kunnen gebruiken. Bij deze motie liet de minister het oordeel aan de Kamer.
Over het wetsvoorstel
Het wetsvoorstel bevat de wettelijke grondslag voor het vrijwillige gebruik van de CoronaMelder-app. De CoronaMelder is een applicatie voor de smartphone die een bericht stuurt als de gebruiker van de telefoon enige tijd in de buurt is geweest van iemand die besmet is met het coronavirus. Ook geeft de app advies over wat iemand dan het beste kan doen. Dit verlaagt het risico dat iemand onbewust andere mensen in zijn of haar omgeving besmet. De app is een aanvulling op het reguliere bron- en contactonderzoek van de gemeentelijke gezondheidsdiensten (ggd) en helpt de verspreiding van het Covid-19 virus tegen te gaan.
Impressie eerste termijn Kamer
Toegang ouderen tot app
FVD-senator Van Pareren betrok het debat over de coronamelder bij een breder debat over de corona-aanpak van het kabinet. Volgens Van Pareren lijden veel mensen onder de situatie. Daarom moet de app gaan doen wat mensen ervan verwachten. De app moet te vertrouwen zijn. De FVD-fractie maakt zich zorgen over ouderen die de app niet (goed) kunnen gebruiken omdat zij geen toegang hebben tot de app, bijvoorbeeld omdat ze geen smartphone hebben. Van Pareren vroeg de minister hoe hij dit gaat oplossen. Ook wilde hij weten welk effect de app zal hebben op middelbare scholen waar leerlingen niet gehouden zijn aan de anderhalvemetermaatregel. De FVD-senator vroeg bovendien hoe het met de regelgeving met betrekking tot ventilatie staat en of er inmiddels voldoende test- en IC-capaciteit is en. Tot slot vroeg Van Pareren of de minister overwoog om het OMT uit te breiden door bijvoorbeeld economen, mensen met verstand van ventilatie en mensen uit het onderwijs toe te voegen.
Als je iets gratis krijgt, dan ben jij het product
Senator Faber (PVV) vroeg de minister waarom de app als wet heeft voorgelegd, terwijl deze al lang en breed in gebruik had kunnen genomen. De app werkt op basis van vrijwilligheid en daarvoor is geen wetgeving nodig. Volgens Faber zit de crux bij de samenwerking met Google en Apple die toepassing van de app op Android en iPhone mogelijk maken. Volgens de minister hebben deze bedrijven geen toegang hebben tot de persoonsgegevens in de app, aldus Faber. De PVV-senator betoogde dat de bedrijven wel toegang hebben tot de gegevens die naar de app gaan. Er zijn afspraken gemaakt die niet nodig waren geweest als ze geen toegang tot de gegevens hadden. Als je iets gratis krijgt, dan ben jij het product, aldus Faber. Volgens haar kan de minister zelf ook profiteren van de coronamelder door bijvoorbeeld thuisquarantaine te controleren. Ook vroeg zij of de wijziging van de Telecommunicatiewet te maken met de coronamelder. Faber besloot haar betoog met de vraag wat de ware reden achter het wetsvoorstel is.
App is geen wondermiddel, maar een hulpmiddel
VVD-senator Adriaansens noemde de app geen wondermiddel, maar een hulpmiddel bij het bron- en contactonderzoek van de ggd. Ze was het eens met senator Faber dat strikt genomen een wet niet nodig was geweest. Volgens Adriaansens was deze wet wel van belang omdat mensen moeten kunnen vertrouwen op de app. Daarom is de VVD ook voor het wetsvoorstel. Wel wilde senator Adriaansens nog wel van de minister weten wanneer de testcapaciteit voldoende is.
Vrijwillige karakter van de app knelt
Senator Bredenoord (D66) betoogde dat technisch gezien in korte tijd een solide app is gebouwd. De app installeer je niet voor jezelf, maar voor anderen, aldus Bredenoord. Volgens haar kom je op deze manier te weten dat je mogelijk besmet bent zonder dat je verschijnselen hebt. En dat is juist moment wanneer je meeste mensen besmet. Voor D66 is het vrijwillige karakter belangrijk, maar het knelt wel, aldus Bredenoord. De communicatie over de app moet niet als last of druk worden ervaren. Ze vroeg zich af of de overheid bedrijven vragen hun medewerkers te vragen of zij de app willen downloaden en of zij zelf een moreel appel mag doen op haar team, op haar studenten? Bredenoord stelde dat ze zich niet zozeer zorgen maakte om dwang, maar om drang. Van de minister wilde zij horen op grond van welke criteria de app gedeactiveerd wordt. Ze sloot zich aan bij de eerdere sprekers dat het testbeleid ook nog een knelpunt is.
Baat het en schaadt het niet?
PvdA-senator Nooren ging vooral in op de uitvoerbaarheid van de wet, of de wet effectief kan worden ingezet, en of het aan alle voorwaarden voldoet. Volgens Nooren zal de effectiviteit van de melder onder druk staan als mensen verder niet worden bijgestaan wanneer ze een melding krijgen dat ze in de buurt van positief geteste persoon zijn geweest. De PvdA vreest dat het draagvlak in dat geval zal afnemen. Volgens Nooren is bij de huidige aanpak gebleken dat bepaalde groepen niet worden bereikt en dat de website met informatie over covid-19 niet voor iedereen toegankelijk is. Ze vroeg de minister wat gedaan wordt met de lessen die zijn getrokken uit de Actieve Donor Registratie en het WRR-rapport 'Weten is nog geen doen'. Volgens Nooren kan de app effectief zijn als er adequaat wordt gehandeld door degene die de melding krijgt en door de ggd.
Surveillancemaatschappij
Senator Nicolaï (PvdD) betoogde dat zijn partij niet wil meewerken aan een surveillancemaatschappij waarin steeds in de gaten wordt gehouden of wij 1,5 meter van elkaar zijn verwijderd. Nicolaï vreesde dat de app zal bijdragen aan emotionele verwijdering tussen mensen. Hij vroeg de Kamer of men daarvoor verantwoordelijkheid wilde dragen. Welke prijs moet de maatschappij betalen voor adagium van 'alle kleine beetjes helpen', aldus Nicolaï. Hij haalde onderzoek aan waaruit bleek dat 1 op de 4 meldingen fout is. Van alle afgegeven notificaties is 60% niet juist omdat iemand helemaal niet binnen de 1,5 meter van de besmette persoon is geweest. Ook de PvdD maakte zich zorgen over de testcapaciteit. Zolang er onvoldoende testcapaciteit is, maakt de app alleen maar meer onvrede en wantrouwen in de samenleving vrij, aldus Nicolaï. Ook wilde hij weten of het realistisch is te verwachten dat mensen in thuisquarantaine gaan als zij geen verschijnselen hebben wanneer zij een melding krijgen van de app.
Solide en taaie route
SGP-senator Van Dijk noemde de grens tussen reguleren en manipuleren dun. Volgens hem heeft het kabinet het wetsvoorstel ingediend om de burger te kunnen beschermen tegen misbruik. Daarmee kiest het kabinet niet de snelste en makkelijkste route, maar voor een solide en taaie route via wetgeving. Dat is volgens de SGP de beste wijze. Ook Van Dijk noemde de app geen wondermiddel, maar een hulpmiddel. Wat de SGP betreft wordt iedere vorm van dwang - direct of indirect - afgewezen. Ook moet iedere vorm van dwang of verplichting uitgesloten worden, net zoals bij vaccinatie.
Zorgen om uitvoerbaarheid van wet
Senator Baay (50PLUS) zei dat juist haar partij die voor ouderen, waaronder een groep kwetsbare ouderen, opkomt ieder middel zou moeten omarmen. Toch had ook zij nog een aantal vragen. Baay begreep nog steeds niet waarom de app het advies geeft alert te zijn tot tien dagen na het contact. Waarom niet vier dagen extra, vroeg zij de minister. Ook wilde Baay weten waarom de minister denkt dat jongeren via de app handelingsadviezen wel gaan opvolgen. Die gelden nu ook al, aldus Baay. De 50PLUS-senator noemde het inschakelen van buitenlandse laboratoria 'mosterd na de maaltijd'. Ze vroeg een toezegging van de minister dat nimmer inbreuk wordt gemaakt op de AVG in geval van uitwijking naar laboratoria buiten de Europese Unie waar de AVG niet geldt. Baay maakte zich ook zorgen of door de toenemende druk om capaciteit te vergroten de zorgvuldigheid niet uit het oog wordt verloren. Verder vroeg zij of een sneltest ook aangeboden wordt door de ggd na een notificatie van de app. Volgens Baay moeten regels die voortvloeien uit wetgeving ook uitgevoerd kunnen worden.
Stevige communicatieaanpak nodig
CDA-senator Prins wees erop dat geen persoons- of locatiegegevens van de gebruikers worden opgeslagen. Ze prees de keus voor privacy by design en open source en vroeg de minister of deze aanpak de standaard voor de overheid zal worden. Hoe meer burgers de app downloaden, hoe meer effect kan hebben op inperken van de besmetting, aldus Prins. Zij pleitte daarom voor een stevige communicatieaanpak, maar zonder dwang. Het CDA omarmt de basis van vrijwilligheid, maar wil ook dat de app zoveel mogelijk wordt gedownload. Prins maakte zich zorgen dat de beperkte testcapaciteit het gebruik van de app ontmoedigt. Ze vroeg of de minister deze zorgen deelde. Prins zei dat het CDA voorstander is de app zo spoedig mogelijk te implementeren.
Doel heiligt niet automatisch alle middelen
Volgens GroenLinks-senator De Boer echter heiligt het doel niet automatisch alle middelen. Het siert de minister dat hij de invoering bij wet wil regelen, aldus De Boer. Ze vroeg of de minister kon uitspreken dat de app op dit moment voor de volle 100% voldoet aan de voorwaarden zoals vermeld in de wet. Wat GroenLinks betreft moet het volstrekt helder zijn dat niemand gedwongen mag worden tot gebruik van de app. De Boer vroeg of het niet verstandig zou zijn om mensen die een notificatie krijgen gelijk te stellen aan mensen die uit bron- en contactonderzoek naar voren komen als 'nauw contact'. In dat geval kunnen zij ook direct worden getest. Tot slot vroeg De Boer bevestiging van de minister dat de app direct buiten werking kan worden gesteld als deze niet meer aan de voorwaarden voldoet.
Open benadering is kwetsbaar
Aansluitend bij senator Prins noemde ook ChristenUnie-senator Verkerk de app een mooi voorbeeld voor het bedrijfsleven en voor de overheid vanwege privacy by design . Wel stelde hij dat de open benadering die de minister heeft gekozen tot een zekere kwetsbaarheid leidt. Hij vroeg de minister of hij wilde toezeggen meer onafhankelijk onderzoek te laten doen en ook te publiceren. In de visie van de ChristenUnie staat een morele oproep de app te downloaden niet op gespannen voet met vrijwilligheid. Hij vroeg de minister of bijvoorbeeld Raden van Bestuur van zorginstellingen een moreel beroep zouden kunnen doen op hun medewerkers zonder dat zij worden beschuldigd van misbruik. Ook pleitte hij voor een duidelijke mededeling dat je je dierbaren kunt beschermen door de app te gebruiken. Verkerk vroeg de minister verder hij jongeren wil bereiken en aanzetten tot goed gedrag. Ook wilde hij weten wat de minimale doorlooptijd is van het maken van een afspraak tot het krijgen van het resultaat en wat de minister doet om de gemiddelde wachttijd te reduceren.
Democratie gaat boven belang grote bedrijven
SP-senator Gerkens keek naar IJsland waar de grootste penetratie van de app is: 40% van de inwoners heeft de app gedownload. Maar ook daar zegt men niet dat de app een game changer is geweest. Gerkens is het wel eens met de minister dat de app een goede rol kan spelen bij het vroegtijdig opsporen van besmettingshaarden. Ze vroeg de minister verder of het niet beter was geweest om tijd en geld te besteden aan de uitbreiding van de testcapaciteit. In navolging van eerdere sprekers was ook de SP-senator lovend over de open source methode die de minister koos na een mislukte hackathon . Gerkens vond het daarom des te teleurstellender dat een onderzoek naar de apppas op het laatste moment openbaar werd gemaakt. Democratie gaat altijd boven het belang van grote bedrijven, aldus Gerkens. Zij vroeg bovendien of de minister Google en Apple zou willen vragen hun broncode te publiceren. Als deze bedrijven een bijdrage willen leveren aan het bestrijden van de pandemie, dan kan dat moreel appèl op hen worden gedaan, betoogde Gerkens. Ze vroeg de minister of hij bereid is om samen met Europese collega's de druk op Google en Apple op te voeren om de broncode openbaar te maken.
App heeft geen meerwaarde
Senator Otten (Fractie-Otten) zei dat er in de coronacrisis veel minder manoeuvreerruimte is dan de Haagse politiek gewend is. Coronacrisis kent geen mildheid en genade, aldus Otten, en de besluitvorming loopt vast in een poldermoeras. Volgens hem is dit een van de redenen waarom Nederland nu zo slecht presteert in vergelijking met ons omringende landen. Hij vroeg de minister waarom de keus niet aan mensen zelf gelaten wordt of ze een app willen downladen of niet. Hij was het eens met senator Faber dat een wet niet nodig was geweest. Of is de wet bedoeld, aldus Otten, om te kunnen aanpassen naar een verplichtend karakter als blijkt dat het vrijwillige karakter niet werkt. Zijn fractie ziet de meerwaarde van deze app niet. Vrijwillig, tenzij jij niet wilt? Otten vroeg of de minister kon toezeggen dat dat absoluut niet gaat gebeuren.
Er is geen tijd te verliezen
OSF-senator Gerbrandy was van mening dat gezien de omstandigheden de app zo spoedig mogelijk wordt ingevoerd, onder absolute voorwaarden Zo wilde Gerbrandy van de minister een garantie dat het volledige vrijwilligheid betreft en dat deze gewaarborgd is. Volgens Gerbrandy kan de minister het proces ook sturen in de communicatie over de app. Gerbrandy drong aan op continue evaluatie die open en transparant is en wordt gestuurd naar het parlement. Gerbrandy maakte zich net als eerdere sprekers zorgen om de testcapaciteit. Hij vroeg de minister om garanties om de testcapaciteit te vergroten. Als dat niet gebeurt dan is de effectiviteit van de app 'nihil', aldus Gerbrandy. Volgens de OSF-senator heeft de handhaafbaarheid van de app te maken met draagvlak en vertrouwen. De grote vraag blijft of het handelingsadvies ook daadwerkelijk wordt opgevolgd. Volgens Gerbrandy is er ondanks zijn aarzelingen geen tijd te verliezen.
Deel dit item: