Deze incidentele suppletoire begroting wijzigt de begrotingsstaat van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 2021 (35.570 XII). Door de ontwikkelingen rond COVID-19 en de grote druk op de zorg en handhaving was er tijdens de jaarwisseling 2020/2021 een tijdelijk verbod op het verkopen en afsteken van vuurwerk. Met dit voorstel stelt het kabinet middelen beschikbaar voor compensatie voor de vuurwerksector.
Ondernemers en verkopers van vuurwerk kunnen voor een tegemoetkoming voor de omzetdaling aanspraak maken op de algemene steunmaatregelen in het kader van COVID-19: de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) en de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW). Met dit voorstel komt er een tegemoetkoming in de kosten die voortkomen uit dit verbod, zoals (extra) kosten voor veilige opslag en transport, voor de branche. Bij de regeling en de kostenvergoedingen wordt rekening gehouden met het feit dat de verkoop van vuurwerk slechts gedurende drie dagen per jaar mag plaatsvinden. Het kabinet stelt voor maatregelen voor de branche circa 40 miljoen euro beschikbaar.
De Tweede Kamer (TK, 1) heeft het voorstel op 3 juni 2021 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 22 juni 2021 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
29 maart 2021titel
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake incidentele tegemoetkoming vuurwerkbranche)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 31 maart 2021.
7