T03150

Toezegging Inzet vaccins buitenland (35.526)



De minister van VWS zal de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van de leden Verkerk (ChristenUnie) en Raven (OSF), informeren over de manier waarop vaccins ter beschikking zullen worden gesteld aan armere landen.


Kerngegevens

Nummer T03150
Status voldaan
Datum toezegging 25 mei 2021
Deadline 1 september 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden A.C.M. Raven (OSF)
Prof.dr. M.J. Verkerk (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen buitenland
Coronacrisis
ontwikkelingslanden
vaccins
COVID-19
Kamerstukken Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 (35.526)


Uit de stukken

Handelingen I 2020/21, nr. 38, item 8, p. 72

De heer Verkerk (ChristenUnie):

Hoeveel vaccins krijgen wij in Europa c.q. Nederland en hoeveel vaccins krijgen de derdewereldlanden? Ik zou […] de minister graag willen stimuleren om te zorgen dat we denken in termen van globale rechtvaardigheid, waarbij de minister zich inspant om te zorgen dat landen die het niet kunnen betalen, toch de vaccins zo tijdig mogelijk krijgen. Stel je voor dat een aantal Nederlanders zich niet laat vaccineren en wij vaccins over hebben, dan zou ik het prachtig vinden als die vaccins naar de derde wereld gaan.

De heer Raven (OSF):

Tot slot aansluitend bij de heer Verkerk. Nederland heeft alle belang erbij dat covid overal ter wereld verdwijnt, ook in arme landen. Het voorstel dat we graag zouden willen meegeven, is om te beoordelen of bij de investeringen die gedaan worden in de vaccins, de miljardeninvesteringen, niet het systeem van return of investment kan worden toegepast. Met andere woorden, kunnen wij de leveranciers op de een of andere manier aanzetten om in arme landen covid te bestrijden?

Handelingen I 2020/21, nr. 38, item 8, p. 81-82

Minister De Jonge:

Dan kom ik bij de heer Verkerk. Hij raakte aan een heel belangrijk punt, namelijk de vaccins. Natuurlijk, als je inzoomt op de Nederlandse situatie, dan willen we natuurlijk sneller, meer, beter et cetera. Overigens is het natuurlijk gewoon waar dat het enige wat de snelheid van vaccineren bepaalt, het aantal leveringen is. Als je kijkt naar wat het Europese continent geleverd krijgt, dan zijn we ongelofelijk bevoorrecht dat we hier geboren zijn.

Wij hebben in de westerse wereld natuurlijk een hele grote verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de hele wereld beschermd is. Waarom? Allereerst natuurlijk omdat we de bescherming die we zelf wensen, ook aan anderen moeten gunnen. Maar al wensen we het niet uit solidariteit, dan moeten we het uit eigenbelang wensen. Want zolang dat virus rondgaat over de wereld, zijn we met elkaar onvoldoende beschermd en bieden we de mogelijkheid aan een escapemutatie die uiteindelijk ook weer ondermijnend kan zijn voor de beschermingsgraad in Nederland. Kortom, we hebben met elkaar een hele grote verantwoordelijkheid.

Nou hebben we ook heel erg veel vaccins ingekocht, Nederland voorop, maar heel de Europese Unie heeft heel veel vaccins ingekocht. Zodra we surplus hebben en zodra we vaccins hebben die we zelf niet meer per se in willen zetten — dat zou voor AstraZeneca weleens vanaf week 25 kunnen zijn — willen we die graag inzetten voor die landen die op ons rekenen, en terecht. Wij hebben daarin gewoon een rol te spelen, op alle mogelijk manieren: door het zelf opschalen van productiefaciliteiten en door meer in te kopen dan we eigenlijk nodig hebben en die vaccins ter beschikking te stellen aan andere landen. Ik hoop uw Kamer zo snel mogelijk te informeren over de manier waarop we dat kunnen doen.

Handelingen I 2020/21, nr. 38, item 8, p. 83-84

Minister De Jonge:

Return on investment met betrekking tot vaccinatie. Ik denk dat ik daar zojuist, wellicht onbedoeld, best een lijvig antwoord op heb gegeven. Leveranciers aanmoedigen en aanzetten om covid in arme landen te bestrijden, doen we al, juist door al onze voorinvesteringen en door het opschalen van de productie.

De heer Verkerk (ChristenUnie):

Ten eerste wil ik de minister heel hartelijk danken voor wat hij heeft gezegd over de derdewereldlanden. Ik wil hem graag uitnodigen om ons als Eerste Kamer die rapportage te sturen.

Minister De Jonge:

Graag.


Brondocumenten


Historie