Plenair Van Dijk bij behandeling van het conceptbesluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet



Verslag van de vergadering van 7 maart 2023 (2022/2023 nr. 21)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 12.20 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Dijk i (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Dit is misschien wel de grootste wetgevingsoperatie ooit. Het lijkt erop dat de eindstreep voor de invoering van de Omgevingswet in zicht komt. Desalniettemin is dat nog geen reden voor het gebruik van heel grote woorden of euforie. Daarvoor is het jarenlange proces net wat te taai en te stroef geweest. Taai en stroef: dat heeft ook zijn consequenties gehad voor de mensen die geacht worden om te gaan werken met deze wet. Het voortdurend wegschuiven van de invoeringsdatum neemt energie en vertrouwen weg en kost geld. Ook in de Eerste Kamer is het proces taai geweest: taai, zonder dit alleen maar negatief te duiden. Veel senatoren hebben hun tanden erin gezet. Dat zeg ik met respect. Er waren de bedaarde doorduwers, zoals de collega's Rietkerk en Verkerk. Er waren de bezorgde bijters — dat zeg ik met evenveel respect — zoals de collega's Kluit, Fiers en Janssen. Met al hun verschillende invalshoeken is bereikt dat we niet over één nacht ijs zijn gegaan, om maar een understatement te gebruiken. De zorgvuldigheid van het invoeringsproces heeft in de Eerste Kamer een hoog niveau bereikt.

Voorzitter. Allereerst de inwerkingtreding. Als ik het goed begrijp, proef je in het veld de houding: liever een harde datum van inwerkingtreding dan een snelle datum. Om het goed scherp te krijgen: is 1 januari 2024 voor de minister een harde datum of nog steeds vooral een snelle datum? De gemeente Apeldoorn illustreert dit fraai. Ik citeer: "Veranderkundig gezien tart het proces van de inwerkingtreding van de Omgevingswet alle wetten. We zwemmen nog steeds met z'n allen de 50 meter, die inmiddels een marathon is geworden omdat de finishlijn steeds opnieuw verplaatst wordt. Dat brengt ons tot het standpunt dat hardheid van de datum belangrijker is dan een snelle datum." Tot zover Apeldoorn.

Voorzitter. Naast duurzame ontwikkelruimte voor woningbouw en bedrijvigheid is rechtsbescherming voor burgers en ondernemers van belang. Ook vanuit dit perspectief zijn een toegankelijk, duidelijk omgevingsplan en DSO van belang. Er is een mkb-toets uitgevoerd, maar wordt er ook een burgertoets uitgevoerd om ervoor te zorgen dat iedereen zijn weg kan vinden via het DSO? Als je een kleine aanbouw aan je huis wil bouwen waarbij een boom gekapt moet worden — het kwam al voorbij — krijg je nu via het DSO als conclusie: u moet contact opnemen met uw gemeente. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?

Voorzitter. Veel ondernemers zijn niet bezig met vergunningaanvragen, maar willen gewoon weten wat de milieuregels zijn voor hun dagelijkse werkzaamheden. Algemene milieuregels voor het aantal brandblussers, waar nooduitgangen moeten komen, wat de veiligheidseisen zijn voor laswerkzaamheden, noem maar op, zitten nog niet inzichtelijk in het DSO. Je moet als ondernemer zelf de weg zien te vinden in de regelbrij. Vragenbomen ontbreken. Wordt ervoor gezorgd dat die algemene milieuregels duidelijk inzichtelijk in het DSO komen?

Voorzitter. Het omgevingsplan is een belangrijk ankerpunt in het omgevingsrecht. De SGP vraagt zich af hoe omgegaan wordt met wijzigingen in en ten opzichte van het omgevingsplan. In de eerste plaats zijn die wijzigingen de buitenplanse toestemmingen. Ik begreep dat deze in het DSO nu niet direct gekoppeld zijn aan een omgevingsplan. Wordt deze slag nog gemaakt, zodat buitenplanse toestemmingen goed inzichtelijk worden gemaakt in het DSO? In de tweede plaats betreffen die wijzigingen rechterlijke uitspraken. De Raad van State vraagt aandacht voor verwerking van zijn uitspraken in het omgevingsplan. De Raad van State pleit voor directe kenbare verwerking in het DSO van de wijzigingen in het omgevingsplan die het gevolg zijn van uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak. Ik citeer: "Burgers en overheden, maar ook de rechtbanken die omgevingsvergunningen toetsen aan omgevingsplannen, moeten er immers op kunnen vertrouwen dat het DSO en de daarbij behorende viewers een volledige en juiste weergave geven van wat rechtens is." Hoe wordt dit opgepakt? Hoe worden, met de woorden van de Raad van State, "witte vlekken" voorkomen?

Mevrouw Fiers i (PvdA):

Ik ga even verder op het DSO. U haalt de Raad van State aan en geeft bij de minister aan dat het belangrijk is dat het werkt. Hoe beoordeelt u de uitspraak van het onafhankelijke ICT-college, dat zegt: we kunnen geen robuuste uitspraak doen over de betrouwbaarheid en de stabiliteit van het DSO? Hoe oordeelt u daarover?

De heer Van Dijk (SGP):

Dat raakt een heel klein beetje aan de interrupties die er al geweest zijn over dat halfvolle of volle glas, en inderdaad over de vraag op welke woorden je precies het accent legt. Ik heb ook de uitspraken van dit college tot nu toe als volgt gezien: het is geen mission impossible; er moet nog veel gebeuren en we durven niet te zeggen dat het glas vol is, maar we komen daar wel steeds dichterbij. Nogmaals, ik heb daarom ook goed geluisterd naar uw bijdrage en die van anderen, ook wel critici. Het is ook heel belangrijk hoe de minister hier straks op reageert en of hij dat vertrouwen verder kan vergroten.

Mevrouw Fiers (PvdA):

We gaan luisteren naar wat de minister vindt, maar ik ben ook benieuwd naar uw opinie. Wat heeft u nodig om dat vertrouwen te hebben? We hebben een onafhankelijk adviescollege. Dat doet een uitspraak. Ik kan het niet beoordelen; dat geef ik eerlijk toe. Ik had een 4 voor Frans, maar ik weet wel dat een 6 voldoende is. Dus ik vraag even uw mening.

De heer Van Dijk (SGP):

Ik had een 9 voor Frans, maar daarmee ben ik zeker nog geen ICT-deskundige. Nee, dat klopt. Daarom vind ik, zo zeg ik ook als senator, enige bescheidenheid op dit terrein passend, ook als Kamer. Voor mij — daar zal ik heel eerlijk over zijn — is heel erg bepalend dat de drie koepels en de decentrale overheden royaler dan ooit hebben gezegd: het kan; ga nu door, want wij vertrouwen erop dat het gaat lukken. Vooralsnog heb ik nog niet de vrijmoedigheid om te zeggen: ik zie dat vanuit de Eerste Kamer beter; ik denk dat jullie het nog niet kunnen. Zo zit ik erin. Maar nogmaals merk ik op — ik meen dat serieus — dat er heel veel goede, kritische vragen zijn gesteld. Ik ga echt heel goed luisteren naar hoe de minister daarop reageert.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog, meneer Van Dijk.

De heer Van Dijk (SGP):

Merci. "Dank u wel" betekent dat.

(Hilariteit)

De voorzitter:

De rien!

De heer Van Dijk (SGP):

Vanuit het oogpunt van de rechtszekerheid en een correct beeld voor ondernemers en burgers is het van belang dat buitenplanse toestemmingen en rechterlijke uitspraken goed meegenomen worden in het DSO. In de derde plaats is het zo dat in de gemeenten gelijktijdig gewerkt wordt aan verschillende wijzigingsbesluiten. Het is van belang dat wijzigingsbesluiten gebaseerd worden op de juiste vastgestelde versie van het omgevingsplan. Anders kun je juridisch grote risico's lopen. Hoe wordt hiervoor gezorgd?

Voorzitter. Een goede voorbereiding is het halve werk. De minister heeft een plan van aanpak voor fase 3 van het Indringend Ketentesten naar de Kamer gestuurd. In dit plan van aanpak wordt aangegeven dat verschillende zaken niet meegenomen worden, zoals het testen van werkprocessen, gebruikersvriendelijkheid en werkbaarheid. In het plan van aanpak wordt aangegeven dat deze zaken wél van belang zijn voor een goede voorbereiding voor inwerkingtreding en dat het elders belegd moet worden. Gemeente Oude IJsselstreek wijst hierop in haar positionpaper. De omgevingsplansoftware komt rond de zomer. Daarna kunnen de werkprocessen getest worden. En dan moeten we maar hopen dat het goed uitpakt, want veel tijd is er daarna niet meer. Het Adviescollege ICT-toetsing pleit in het verlengde hiervan voor systeemintegratietesten. Hoe wordt dit opgepakt?

Voorzitter. Overheden hebben met meer te maken dan alleen de invoering van de Omgevingswet. In het veld leven zorgen over de samenloop van de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen en de Omgevingswet. Kunnen gemeenten dit aan? Hoe voorkomen we — dat zal deze minister zich zeer aantrekken — dat gewone nieuwbouw stilvalt?

Voorzitter. Er komt meer op gemeenten en provincies af. De invoering van de Omgevingswet vindt plaats in de context van een energietransitie, een woningbouwopgave en een stikstofopgave, waar vanuit het Rijk een enorme druk op wordt gezet door torenhoge ambities. Mijn oproep is om bij onder meer het formuleren van ambities voor de energietransitie, stikstof en landbouw rekening te houden met de uitvoeringskracht van decentrale overheden. Oftewel: overvraag niet en pas ambities hierop aan. Daarom roep ik ertoe op om ten minste de aanscherping van de stikstofdoelen voor 2030 niet door te zetten.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Dijk.

De beraadslaging wordt geschorst.