Eerste Kamer steunt open data richtlijn



De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 4 juni met demissionair staatssecretaris Van Huffelen van Koninkrijksrelaties en Digitalisering over een voorstel voor implementatie van de Europese open data richtlijn in Nederlandse wetgeving. Na afloop van het debat is het wetsvoorstel zonder stemming aanvaard. Volgende week wordt nog wel gestemd over een motie van GroenLinks-PvdA over diverse voorwaarden voor toetsing bij toekomstige digitaliseringswetgeving door de Eerste Kamer.


Debat samengevat

Het wetsvoorstel was het eerste dat door de recent ingestelde vaste commissie voor Digitalisering is behandeld. Senator Van Gasteren (BBB) zei dat na invoering van de wet enige hulp vanuit de centrale overheid nodig kan zijn, met name aan de lokale overheden. Hij vroeg of de staatssecretaris die noodzaak voor regie ook ziet. Hij wees er verder op dat niet uitgesloten kan worden dat door kunstmatige intelligentie bepaalde anonimiteit gaat verdwijnen.

PVV-senator Van Hattem had vooral vragen over de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel. Hij vroeg bijvoorbeeld of licenties om gegevens te gebruiken ter beschikking worden gesteld door de overheid, in plaats van voor rekening van de burger.

Niemand heeft een glazen bol en de techniek ontwikkelt zich intussen razendsnel, aldus senator Fiers (GroenLinks-PvdA), die mede namens de fracties van SP, ChristenUnie, PvdD, OPNL en D66 sprak. Ze stelde ook vast dat de uitvoeringslast bij overheden hoog is en vroeg wat de staatssecretaris daaraan wil doen. Fiers zei dat de het voor de leden van de commissie Digitalisering lastig is om inzicht te krijgen in de samenhang tussen deze wet en wat er nog aan komt. Ze vroeg de staatssecretaris of zij de Kamer hierbij wellicht kan helpen en diende daartoe een motie in.

Senator Hartog (Volt) zei dat volgens de wet gegevens gratis ter beschikking moeten worden gesteld, maar dat er toch een mogelijkheid is om marginale kosten door te berekenen. Hij vroeg de staatssecretaris of zij hier een verschil ziet tussen statische en dynamische gegevens. Ook wees hij erop dat zich een casus kan voordoen van spanning tussen deze wet en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Staan de beide wetten naast elkaar, of staat er een boven de andere, vroeg Hartog.

Staatssecretaris Van Huffelen zei dat de wet ervoor zorgt dat hergebruik van alle openbare overheidsgegevens gestimuleerd wordt. Het doel is om overheidsinformatie zoals verkeers -en weersgegevens beschikbaar te stellen voor hergebruik, zowel statische als dynamische gegevens. Naast traditionele overheidsorganisaties gaat deze inspanningsverplichting ook gelden voor overheidsondernemingen zoals de Nederlandse Spoorwegen en Havenbedrijf Rotterdam.

Ze erkende dat hergebruik van persoonsgegevens zou kunnen leiden tot misbruik, daarom moet hergebruik van persoonsgegevens op voorhand uitgesloten. Daarom worden data geanonimiseerd. Daarmee is de AVG niet meer van toepassing, al heeft de AVG wel altijd voorrang op de richtlijn. Ze zei verder dat in de toekomst software die overheden inkopen ook open source software is. Daarmee wordt voorkomen dat er licentiekosten zijn dan zijn er geen licentiekosten meer. Op basis van de huidige wet en deze nieuwe wet is een overheidsorganisatie echter nog niet verplicht om licentie ter beschikking te stellen.


Motie

Er is door een groot aantal fracties een gezamenlijke motie ingediend die de staatssecretaris verzoekt:

  • om bij de toekomstige wetsbehandeling van digitaliseringswetgeving (zowel nationale wetgeving als implementatiewetten voor Europese richtlijnen) inzicht te bieden in de samenhang van het voorliggende wetsvoorstel met bestaande en te verwachten digitaliseringswetten, zodat de Kamer een wetsvoorstel in de juridische context kan beoordelen;
  • om bij toekomstige voorstellen voor digitaliseringswetgeving altijd vooraf een Uitvoeringstoets Decentrale Overheden te laten uitvoeren waarbij de samenhang met bestaande en te verwachten digitaliseringswetgeving wordt meegenomen en getoetst op uitvoerbaarheid, zodat de Kamer deze kan betrekken bij de beoordeling van voorstellen van digitaliseringswetgeving;
  • en om bij voorstellen voor toekomstige digitaliseringswetgeving een helder, met de medeoverheden afgestemd, implementatiepad aan te geven met een haalbare implementatietermijn en met inschatting van de kosten voor invoering, zodat de Kamer dit kan betrekken bij de beoordeling om te komen tot zorgvuldige implementatie volgens de bedoeling van de wet.

Staatssecretaris Van Huffelen kon zich vinden in de redenering en gaf de motie het advies 'Oordeel Kamer'. De Eerste Kamer stemt 11 juni over het wetsvoorstel.


Over het wetsvoorstel

Het wetsvoorstel implementeert de Open data richtlijn in de Wet hergebruik van overheidsinformatie (Who). Het gaat om hergebruik van reeds openbare gegevens die zich (meestal) bij een overheidsorganisatie bevinden voor een ander doel dan waarvoor de gegevens oorspronkelijk zijn geproduceerd of verzameld. Op basis van overheidsinformatie kunnen nieuwe producten en diensten met uiteenlopende doeleinden worden ontwikkeld. Met het voorstel worden de verplichtingen over hergebruik uitgebreid. Het gaat om regels om bepaalde soorten gegevens nog toegankelijker te maken. Er worden hogere en nadere eisen gesteld aan de manier waarop gegevens beschikbaar moeten worden gesteld, waaronder verdere beperkingen aan mogelijkheden om financiële compensatie te vragen voor het aanbieden van gegevens en verdere beperking van de mogelijkheden om gegevens aan te bieden door middel van een exclusieve overeenkomst met een partij.



Deel dit item: