Wet beëindiging salderingsregeling aangenomen

De Eerste Kamer heeft dinsdag 17 december het wetsvoorstel Beëindiging salderingsregeling aangenomen. De fracties van D66, Volt, CDA, PVV, FVD, VVD, JA21, ChristenUnie, BBB en 50PLUS stemden voor, de fracties van OPNL, GroenLinks-PvdA, SGP, SP en PvdD stemden tegen het voorstel van minister Hermans van Klimaat en Groene Groei en staatssecretaris Van Oostenbruggen van Fiscaliteit en Belastingdienst. Tien maanden geleden verwierp de Eerste Kamer nog een voorstel om de salderingsregeling geleidelijk af te bouwen.

Moties

Verworpen motie

  • - 
    De motie-Schalk c.s. over het mogelijk maken van een geleidelijke afbouw van de salderingsregeling. Ook deze motie was door de minister ontraden.

Aangehouden moties

  • - 
    De motie-Crone c.s. over gelijke behandeling van de kosten en baten van zon op het dak. De motie was door de minister ontraden.
  • - 
    De motie-Crone c.s. over het niet laten groeien van de kloof tussen huur- en koopsector. De minister had gevraagd of Crone de motie wilde aanhouden.
  • - 
    De motie-Visseren-Hamakers c.s. over voorstellen die zon op het dak voor (ver)huurders aantrekkelijk laten blijven. De motie was door de minister ontraden.

Over de Wet beëindiging salderingsregeling

Het wetsvoorstel regelt het afschaffen van de salderingsregeling per 1 januari 2027. Huishoudens en bedrijven met zonnepanelen (of andere hernieuwbare energiebronnen) krijgen voor de elektriciteit die ze leveren aan het net niet langer het geldende energietarief, maar een vergoeding waarvan de hoogte nog niet bekend is. In een door de Tweede Kamer aangenomen motie is verzocht om een voorstel tot aanpassing van de salderingsregeling bij het Belastingplan 2025.

Eindafnemers met een kleine aansluiting die zelf elektriciteit opwekken, bijvoorbeeld met zonnepanelen op het dak van hun woning, kunnen die elektriciteit terugleveren op het net. Zij ontvangen vanaf dan een redelijke vergoeding van de marktdeelnemer waaraan zij terugleveren. Dit wordt ook wel 'salderen' genoemd. Aangezien teruggeleverde elektriciteit niet langer geheel of gedeeltelijk kan worden gesaldeerd met geleverde elektriciteit, wordt de eis van een redelijke vergoeding voortaan op alle teruggeleverde, zelfopgewekte en hernieuwbare elektriciteit van toepassing.

Daarnaast geldt een redelijke vergoeding niet alleen voor de eigen leverancier van de actieve afnemer , maar voor élke marktdeelnemer aan wie een actieve afnemer zelfopgewekte hernieuwbare elektriciteit teruglevert. De wettelijke bescherming door de eis van een redelijke vergoeding wordt door het wetsvoorstel uitgebreid van eindafnemers met een kleine aansluiting die salderen bij hun energieleverancier naar alle actieve afnemers die hernieuwbare elektriciteit opwekken en terugleveren.

Deel dit item: