De Eerste Kamer heeft dinsdag 11 maart gestemd over een wetsvoorstel om de beslistermijnen in asiel- en nareiszaken te verlengen. Op verzoek van de PvdD vond de stemming hoofdelijk plaats. 43 leden stemden voor het wetsvoorstel, 30 leden stemden tegen. Ook stemde de Kamer over drie moties; ze werden verworpen. Een week eerder, op dinsdag 4 maart, debatteerde de Eerste Kamer over het wetsvoorstel met minister Faber van Asiel en Migratie.
-
-Motie-Dittrich (D66) c.s.over het wetsvoorstel alsnog onderwerpen aan een uitvoeringstoets.
-
-Motie Dittrich (D66) c.s. over verzoek om de IND de mogelijkheid te bieden kansrijke asielzoekers schriftelijk te "horen".
-
-Motie-Perin-Gopie (Volt) c.s. over een kinderrechtentoets.
Het wetsvoorstel wijzigt de Vreemdelingenwet 2000 zodat de beslistermijnen in asiel- en nareiszaken kunnen worden verlengd. In het bijzonder gaat het dan om de gezinshereniging van een asielgerechtigde met zijn familie- en gezinsleden. Met dit voorstel wordt de termijn versoepeld waarbinnen de minister van Asiel en Migratie moet beslissen op asielaanvragen.
Er is grote druk op de opvang door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) van asielzoekers en hun nareizende gezinsleden en de behandeling van hun aanvragen om asiel en nareis door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Om deze druk te verlichten worden de beslistermijnen naar negen maanden verhoogd, wat in lijn is met de EU-gezinsherenigingsrichtlijn.
Daarnaast verlengt het wetsvoorstel de termijn waarbinnen de minister moet beslissen op een aanvraag van een vreemdeling om herenigd te worden met zijn familie- en gezinsleden naar negen maanden. Ook krijgt de staatssecretaris meer mogelijkheden om de termijn in individuele zaken te verlengen.
Deel dit item: