Plenair Lievense bij behandeling Begroting Gemeentefonds 2025



Verslag van de vergadering van 8 april 2025 (2024/2025 nr. 25)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 21.22 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Lievense i (BBB):

Dank u wel, voorzitter. We hadden een viertal vragen gesteld, waarop we direct al een toezegging van de minister ontvingen over een nadere toelichting op de commissiebrief Financiële impact rijksbeleid op lokale financiën. Erg fijn dit zo voortvarend is opgepakt is en dat wij die nadere toelichting voor 1 mei mogen ontvangen. Dank daarvoor vanaf deze kant.

Voldoende geld voor jeugdzorg. Ik blijf er vanavond misschien een beetje te veel bij hangen dat ik het echt een rol vind voor de Tweede Kamer en de regering om invulling te gaan geven aan de aanbevelingen van de commissie-Van Ark. Ik zal aan het eind van deze tweede termijn nog even aangeven hoe ik dat verder ga aanpakken.

Dan de compensatie van de inflatie. Op dat punt heb ik geen toezegging van de minister gehoord om te gaan werken aan de systematiek. Daar ben ik dan iets minder tevreden over. Het is een feit dat de decentrale overheden daarvoor staan. Ze komen op dat punt gewoon tekort en dat slaat een structureel gat. Laten we dit vooral doorpassen naar de overkant, naar de Tweede Kamer, om nog eens goed te kijken of dat te compenseren valt.

De grootstedelijke toelages. Tot 1 januari 2023 vonden we het eerlijk dat Utrecht en Den Haag extra middelen kregen en die kregen ze na de herverdeling ook niet meer. In de toekomst kan misschien goed gekeken worden of voor de twee overgebleven gemeenten dat geld op een andere manier verdeeld kan worden. Ik snap dat dat niet op stel en sprong kan. Ik denk dat de toelichting van de minister op dit moment zo plausibel als wat is.

Voorzitter. Het volgende vind ik nog wel een aardige. Ik hoorde de minister praten over de uitvoeringstoetsen. Ik ben daar heel erg blij mee. Toen ik ooit aan een andere kant van een tafel zat, heb ik weleens met een minister gezeten die dacht: waar heeft die man het over? Inmiddels zijn die uitvoeringstoetsen echt goed geland bij de verschillende ministeries. Daar ben ik dus heel blij mee. Dan heb ik weer een nieuwe. Die heb ik in mijn maidenspeech ook meegegeven aan minister Keijzer: houd binnen zo'n uitvoeringstoets alstublieft ook wat extra rekening met het platteland. Dat is wat anders dan bijvoorbeeld de grote steden. Daarom haak ik 'm ook hierbij aan. Ik wil het instrument plattelandstoets, dat overigens jaren geleden al door de Tweede Kamer bij motie is aangenomen, ook bij deze minister onder de aandacht brengen. Wat mij betreft kan dat gewoon binnen een uitvoeringstoets een hoofdstuk zijn.

Voorzitter. Ik heb er wat moeite mee dat de ene partij over de andere partij heen duikelt met de ene motie na de andere motie. Die zijn natuurlijk allemaal goed bedoeld en die zijn vooral om met oplossingen te komen. Ik zeg u ook gelijk: de moeite die ik daarmee heb, ligt bij mij. Dat gaf ik in eerste termijn ook al aan. Ik heb jaren samen met heel veel anderen vanuit een lokale overheid bij politieke partijen op deuren gebonsd, waaraan niet of nauwelijks gehoor werd gegeven. Dan denk ik het volgende bij mezelf. Wat hebben we met z'n allen de afgelopen jaren in die lobby verkeerd gedaan? Toen ik die lokale rol nog had, hoe had die anders moeten zijn om de politieke neuzen de kant op te krijgen waar ze nu op lijken te gaan? Was het dan echt zo simpel om te wachten tot dit moment, nu het één voor twaalf is en alles vloeibaar lijkt te zijn?

Voorzitter. Persoonlijk had ik gehoopt dat de politieke signalen zoals we ze nu vanuit deze Kamer aan de Tweede Kamer en de regering meegeven ... Overigens heb ik deze regering in de eerste termijn al complimenten gegeven. Zij hebben dit probleem al erkend en aangegeven alles in het werk te stellen om dat op te lossen. Maar zo werkt politiek dan ook weer. Op het moment waar we nu voor staan ... Zoals de minister aangaf, wat voor mij de beste tip ever was: het is nu niet meer achteruit kijken, maar vooruit. Daar zullen we met elkaar de keuzes moeten gaan maken.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Van Toorenburg i (CDA):

Onze gewaardeerde collega moet zichzelf niet zo klein maken, want de oproep is zeker gehoord. Daarom hebben verschillende politieke partijen, waaronder het CDA, in hun verkiezingsprogramma opgenomen dat er meer geld moest komen. Het had dus geregeld kunnen worden, want iedereen had die oproep heel goed gehoord.

De heer Lievense (BBB):

Ik snap deze opmerking en ik maak mezelf helemaal niet klein. Dit probleem was er niet vanaf de afgelopen verkiezingen. Dat was er ook niet vanaf de verkiezingen daarvoor, en ook niet die daarvoor. Nogmaals, we gaan elkaar helemaal geen vliegen afvangen. Ik wil alleen meegeven wat het met mij doet en hoe ik het ervaar vanuit mijn positie. Ik ben blij dat ik nu ook met u, mevrouw Van Toorenburg, aan tafel zit om tot oplossingen te komen.

Voorzitter. Die vindt de BBB principaal en in eerste instantie bij de Tweede Kamer liggen, op voorzet van de regering. Het signaal vanuit deze Kamer is daarbij wat de BBB betreft glashelder: bij taken horen knaken. Anders hebben we bij de begrotingsstaat van het Gemeentefonds voor 2026 echt een probleem met elkaar. Dat signaal is volgens mij heel duidelijk overgekomen vanuit mijn fractie.

Voorzitter. Ik ga straks, als ik vanuit deze prachtige bestuursstad naar het eiland rijd, alles nog eens even laten bezinken, vooral alle goedwillende moties en de goedwillende richtingen die daarmee zijn aangegeven. Ik zal die in mijn hoofd alvast voorzien van een conceptadvies aan mijn fractie. Daarop kom ik uiteraard zo snel mogelijk terug. Dus het lijkt een beetje negatief, mevrouw Van Toorenburg, maar dat is het niet. Want ik vermaak me met u allen het afgelopen jaar echt op dit onderwerp fenomenaal goed.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Lievense. De heer Van der Goot namens OPNL, Volt en de Partij voor de Dieren.

De heer Van der Goot i (OPNL):

Allereerst alle complimenten aan mijn collega van BBB, die zich vol enthousiasme inzet en vooruitkijkt. Wat ik zo jammer vond is dat de heer Lievense zei dat we achteruit zaten te kijken. Dat herken ik niet in mijn motie. Dat wil ik toch even uitdrukkelijk gezegd hebben. Daarmee is het voor mij ook klaar.

De heer Lievense (BBB):

Nee hoor, ik betrok het vooral op mijzelf dat ik veel achteruit kijk. Dus als u zich aangesproken voelde, dan was het niet op u gericht. Zo ervaar ik dat zelf.

Mevrouw Fiers i (GroenLinks-PvdA):

In het kader van een lerende Eerste Kamer, het volgende. U keek even terug en zei dat u jarenlang aan de andere kant van de tafel heeft gezeten en bij allerlei partijen aan de deur gerommeld heeft — en dan werd er niet geluisterd. U reflecteerde een beetje op wat u anders had moeten doen. Nu staan er een hele hoop partijen bij u aan de deur te rommelen, en lijkt dat ook nog niet tot een akkoord te leiden. Dus misschien kunt u ons wat tips geven over wat wij kunnen doen om te zorgen dat BBB volgende week vóór die twee moties stemt.

De heer Lievense (BBB):

Geduld is een schone zaak. Dat is ook de lastige situatie waar deze regering, waar deze minister zich nu in bevindt. Het is één voor twaalf. Dit is het moment dat er keuzes gemaakt moeten worden. Natuurlijk lijkt het alsof alles nu vloeibaar wordt, maar het kan ook niet zijn dat dit op één dag komt. Nogmaals, ik denk dat het signaal vanuit mijn fractie helder is. Daar houd ik het voor nu echt even bij.

Mevrouw Fiers (GroenLinks-PvdA):

Misschien nog één ding. U zegt: geduld is een schone zaak. Mevrouw Van Toorenburg opperde in het debat al dat we er misschien over zouden moeten nadenken om de stemming over de begroting wat uit te stellen. Dan kunnen we kijken wat er gebeurt met de motie. Is dat wat u bedoelt met: geduld is een schone zaak? Dat we het even uitstellen en dat we op het moment dat de resultaten van de Voorjaarsnota bekend zijn, samen kleur bekennen?

De heer Lievense (BBB):

Ja ... Ik zou niet ... Ik heb al eerder gezegd: deze begroting kan wat mij betreft zo door. Maar wij maken nu allemaal, ook met uw moties, met elkaar, een doorkijk naar de volgende begrotingen. Dus ik zie geen reden om nu ... Ik weet waar u nu mee komt. U gaat mij nu corrigeren op het stukje jeugdzorg, maar de begroting die er nu ligt ... Nou, stukje ... Voor mij is het probleem veel groter dan alleen jeugdzorg, en jeugdzorg is al groot genoeg, dus dat ben ik met u eens. Dat wil ik niet bagatelliseren door het te verkleinen. Dus daar heeft u gelijk in.

De voorzitter:

Meneer Van Hattem.

De heer Lievense (BBB):

Ik zie het niet zitten, voorzitter, om te wachten, want waarom zouden we deze begroting niet nu vast kunnen stellen? Want het signaal is helder.

De voorzitter:

Ik ga naar de heer Van Hattem namens de PVV.

De heer Van Hattem i (PVV):

Ik zit toch even te kauwen op wat de heer Lievense van BBB daarstraks zei over een uitvoeringstoets. Ik ben geen fan van uitvoeringstoetsen, zoals hier wellicht bekend is, maar ik heb toch een vraag over specifiek die plattelandstoets. Zit er niet veel meer meerwaarde in als we in de verdeelmaatstaven van het verdeelmodel voor het Gemeentefonds aspecten van plattelandsbeleid, plattelandskarakter meenemen in plaats van nu weer een uitvoeringstoets erin te gooien, waarvan het nog maar de vraag is wat die uiteindelijk gaat opleveren? Is het niet veel beter om concreet te kijken naar die verdeelmaatstaven en om daar het platteland een grotere positie in te geven?

De heer Lievense (BBB):

Dat zou een goede suggestie kunnen zijn. Meer kan ik er ook niet van maken. De minister schrijft ook mee. Ik vind dat een hele goede suggestie. Het maakt mij in principe niet zo heel veel uit hoe je het instrument noemt. Ik snap ook wel wat u bedoelt. U moet niet overal iets voor willen optuigen.

De heer Van Hattem (PVV):

Inderdaad, anders krijg je misschien weer een onderzoek, een toets ...

De heer Lievense (BBB):

Snap ik.

De heer Van Hattem (PVV):

... waarvan het de vraag is wat ermee gebeurt. Dit is vrij concreet, ook voor gemeentes die bijvoorbeeld stedelijk gebied zijn met een groot plattelandsgebied erbij. Die heb je tegenwoordig ook veel. Ik woon er zelf in eentje. Nog een laatste vraag. Ik hoorde de heer Lievense in eerste termijn Jacob Cats aanhalen. We hebben net al allerlei dichterlijke zaken voorbij zien komen. Dan wil ik toch de volgende vraag stellen. "Bij taken horen knaken": is dat ook een gedicht van Cats of heeft de heer Lievense nog een betere dichtregel van Cats voor ons in petto?

De heer Lievense (BBB):

De enige die ik me goed herinner, maar dat komt doordat mijn hele familie uit Brouwershaven komt, is "kinderen zijn hinderen". Ik weet niet of dat op mij geprojecteerd werd of op een ander! En ik weet van u dat u een hele leuke heeft van Jacob Cats. Ik laat het dus vooral bij de heer Van Hattem, voorzitter.

De voorzitter:

Maar ik ga nu het woord geven aan de heer Dessing van Forum voor Democratie.