Senaat verwerpt bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties zoals motorbendes



De Eerste Kamer heeft dinsdag 27 mei gestemd over een initiatiefwet van de Tweede Kamer om ondermijnende organisaties bestuurlijk te verbieden. Het voorstel was vooral gericht op criminele motorbendes. De fracties van SGP, CDA, VVD en JA21 stemden voor het voorstel, de fracties van OPNL, GroenLinks-PvdA, D66, Volt, PVV, FVD, SP, PvdD, ChristenUnie, BBB, 50PLUS en Fractie-Kemperman stemden tegen het voorstel.


Rechterlijk of bestuurlijk verbod

De Kamer debatteerde een week eerder met de drie initiatiefnemers van het wetsvoorstel en minister Van Weel van Justitie en Veiligheid. Veel woordvoerders gingen toen in op de veranderde maatschappij sinds het wetsvoorstel in 2018 werd ingediend. In de zeven jaar die volgden zijn onder andere zeven motorbendes verboden en is in 2022 een aanscherping van wetgeving in werking getreden. Ook is de rechter sneller overgegaan tot een verbod dan ten tijde van de indiening. Zij vroegen daarom of er nog wel nut en noodzaak is voor de wet. Volgens de initiatiefnemers was het wetsvoorstel nog steeds nodig. Eind vorig jaar bleek dat leden van verboden motorclubs nieuwe clubs oprichten of overstappen. En ook daar gaan zij door met ondermijnende activiteiten.


Vrijheid van vereniging

Een aantal senatoren maakte zich zorgen over de inbreuk die het wetsvoorstel zou maken op het in de Grondwet vastgelegde recht van vrijheid van vereniging. Zij vroegen of deze aantasting van grondrechten geen glijdende schaal vormt. Hetzelfde gold voor het beleggen van het besluit tot een verbod bij de minister en niet bij de rechter. Onder een deel van de Kamer bestond de zorg dat de wet eventueel politiek kan worden misbruikt voor het verbieden van andere organisaties dan motorbendes. Volgens de indieners zijn er geen vergelijkbare organisaties in Nederland die dezelfde activiteiten en structuur hebben als motorbendes. Maar het is volgens hen niet ondenkbaar dat een bepaalde organisatie zich zo ontwikkelt. Daarom stonden de motorbendes niet expliciet vermeld in het wetsvoorstel.


Extra mogelijkheid

Voorstanders van het wetsvoorstel zagen juist, net als de initiatiefnemers, dat het wetsvoorstel nodig was om ondermijnende organisaties aan te pakken. Zij zagen het als een aanvulling op de al bestaande middelen om dergelijke organisaties via de rechter te verbieden en zo de samenleving tegen ondermijning en ontwrichting te beschermen. Ook de minister deelde deze analyse. Hij zei dat de in de wet voorgestelde bestuurlijke procedure en de bevoegdheid die ermee wordt gecreëerd, een verdere mogelijkheid biedt om ondermijnende organisaties aan te pakken.


Over het wetsvoorstel

De wet is in 2018 ingediend door Tweede Kamerleden van PvdA, CDA, VVD, ChristenUnie en SGP en zou de minister de bevoegdheid geven om ondermijnende organisaties te verbieden. Ondermijnende organisaties zijn organisaties die een cultuur van wetteloosheid creëren, bevorderen of in stand houden, waardoor zij een ernstige bedreiging vormen voor de veiligheid van burgers en voor het openbaar gezag. De initiatiefnemers richtten zich met dit voorstel specifiek op het verbieden van criminele motorbendes, zogeheten Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s), en vergelijkbare organisaties. De initiatiefnemers wilden met dit voorstel de procedure versnellen voor het verbieden van organisaties die de samenleving ondermijnen. Verder stelden de initiatiefnemers onder andere voor om regels op te nemen over het toerekenen van gedragingen aan de organisatie en expliciet te bepalen dat politieke partijen, kerkgenootschappen en vakbonden niet bestuursrechtelijk verboden kunnen worden. Op 1 april 2025 werd bekend dat GroenLinks-PvdA en ChristenUnie zich terugtrokken als mede-indieners.