Verslag van de vergadering van 30 september 2025 (2025/2026 nr. 02)
Aanvang: 11.32 uur
Status: ongecorrigeerd
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Aan de orde is de behandeling van:
-
-het wetsvoorstel Wijziging van diverse wetten in verband met het invoeren van het burgerservicenummer en de voorzieningen van de digitale overheid in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES) (36639).
De voorzitter:
Nu is aan de orde de behandeling van het wetsvoorstel 36639, Wijziging van diverse wetten in verband met het invoeren van het burgerservicenummer en de voorzieningen van de digitale overheid in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES).
Ik heet de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte welkom in de Eerste Kamer.
De beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de heer Van Hattem van de fractie van de PVV.
De heer Van Hattem i (PVV):
Dank, voorzitter. In dit debat wil ik graag kort doorvragen over enkele aspecten van dit wetsvoorstel, en dan met name de frauderisico's van de ID-kaart BES. De Tweede Kamer heeft het gewijzigde amendement-White c.s. op stuk nr. 15 aangenomen, om het bsn op te nemen op de ID-kaart BES. De regering heeft zowel de eerste versie als de gewijzigde versie van dit amendement stellig ontraden vanwege de risico's op fraude en misbruik. Desondanks is het wetsvoorstel inclusief dit amendement door de Tweede Kamer aanvaard.
In de schriftelijke vragenronde in deze Kamer heeft de staatssecretaris wat mij betreft nog niet voldoende duidelijk gemaakt hoe deze frauderisico's voorkomen kunnen worden. Het is opmerkelijk dat het amendement eerst stellig door de regering is ontraden, terwijl de bezwaren nu het is aangenomen toch niet zo onoverkomelijk zouden zijn. Uit de toelichting op het eerder ontraden amendement worden nu ook suggesties als zodanig zelfs overgenomen. Desondanks blijft het de vraag in hoeverre het ook uitvoerbaar is. Waar sommige fracties bij andere wetten koste wat het kost een uitvoeringstoets wilden zien, worden bij dit amendement de uitvoeringsrisico's blijkbaar op de koop toe genomen.
Echte oplossingen voor de frauderisico's zijn er nog niet. De ID-kaart BES blijft vooralsnog een kaart met weinig veiligheidsvoorzieningen. De opname van het bsn op de ID-kaart wordt via de inwerkingtredingsbepaling slechts in de tijd vooruitgeschoven, zonder concrete oplossingen. Het fraude- en misbruikrisico door veelvuldig kopiëren blijft ook als zodanig bestaan, waardoor het bsn terecht kan komen bij organisaties die niet gerechtigd zijn dit te gebruiken. Er loopt weliswaar een publiekscampagne over het gebruik van het bsn, maar kan de staatssecretaris ook aangeven of de effecten van deze campagne gemonitord en geëvalueerd worden? Zorgt dit daadwerkelijk voor minder onnodige kopieën?
Het bsn-nummer achterop de kaart plaatsen werd in de ontradende appreciatie van het amendement op stuk nr. 15 in de Tweede Kamer door de regering nog gezien als frauderisico. Waarom biedt het dan nu wel voldoende soelaas? Graag een reactie daarop van de staatssecretaris. Verder gaat de Commissie toezicht bescherming persoonsgegevens BES, de CBP BES, actief toezien op de naleving van privacyregels. Kan de staatssecretaris aangeven welke extra inspanningen hiertoe worden gepleegd en of hiervoor voldoende en adequate capaciteit bij de CBP BES beschikbaar is?
Over de controle op gestolen, verloren, ingetrokken, ongeldige of gestolen blanco ID-kaarten zou voor de centrale registratie een nieuw systeem moeten worden toegevoegd, bleek uit de behandeling, evenals voor het raadplegen daarvan. Volgens de staatssecretaris staan kosten en baten hiervan niet in verhouding. Kan hier geen laagdrempelige, praktische oplossing voor gevonden worden? Door de gezaghebber op de eilanden mag immers ook een Nederlandse identiteitskaart worden verstrekt, een NIK. Voor de NIK wordt volgens een hit-/no-hitraadpleging op basis van het documentnummer vastgesteld of het document in omloop mag zijn. Zou zo'n hit-/no-hitmethode met het documentnummer niet ook mogelijk zijn voor de ID-kaart BES? Graag een reactie.
Ten aanzien van misbruik van de ID-kaart BES door illegale vreemdelingen geeft de staatssecretaris aan geen risico's te voorzien voor de IND-processen, maar als illegale vreemdelingen over een al dan niet vervalste ID-kaart met bsn beschikken kan die benut worden bij het voortduren van illegaal verblijf. De kaart wordt in de praktijk immers ook gebruikt als vreemdelingendocument, zoals aangegeven in het onderzoek van Decisio naar de toekomstopties van de ID-kaart BES. Ook wordt als pilot de kaart gebruikt om het reizen binnen de voormalige Nederlandse Antillen mogelijk te maken. Het onderzoek geeft daarom als aanbeveling: "De eenvoudige kaart bevat weinig echtheidskenmerken en er is geen raadpleegbaar register waarmee handhaving of grenscontrole kan controleren of de kaart nog steeds in omloop mag zijn (bijvoorbeeld omdat deze als gestolen of verloren is opgegeven). Daarmee ligt vervalsing en misbruik van de kaart mogelijk op de loer." Zeker voor de Vreemdelingenpolitie en de Arbeidsinspectie is verbetering wenselijk. Kan de staatssecretaris aangeven welke concrete maatregelen worden genomen om vervalsing en misbruik van de kaart in dit kader tegen te gaan?
Qua noodzakelijkheid stelt het onderzoek: "Aangezien vrijwel alle bewoners in Caribisch Nederland over een paspoort beschikken, kunnen zij daarna na invoering van BSN direct op betrouwbaarheidsniveau substantieel zakendoen met de overheid. Burgers die op hoog betrouwbaarheidsniveau zaken willen doen, kunnen een NIK aanschaffen (na invoering BSN)." Waarom zou je überhaupt nog een bsn vermelden op de ID-kaart BES als dat al via het paspoort of de NIK beschikbaar is? Een bsn op de ID-kaart BES is in de praktijk dus onnodig nu praktisch iedereen over een paspoort blijkt te beschikken.
Voorzitter, tot slot. De staatssecretaris geeft aan dat hij opname van het bsn op de ID-kaart BES in werking wil laten treden op een bij koninklijk besluit vast te stellen moment. Dit — ik citeer — "zodra de openbare lichamen daar technisch en organisatorisch gereed voor zijn". Kan de staatssecretaris aangeven hoe bepaald wordt of deze daartoe gereed zijn, op basis van welke criteria en vereisten? Ik hoor graag in het bijzonder in hoeverre het ondervangen van de frauderisico's daarbij wordt meegenomen. Graag een reactie.
Voorzitter, tot zover in eerste termijn.
De voorzitter:
Ik dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Lievense van de fractie van de BBB.
De heer Lievense i (BBB):
Voorzitter. Vandaag ligt hier een wetsvoorstel dat echt verschil gaat maken voor de inwoners van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Met de invoering van het burgerservicenummer en DigiD zetten we volgens de fractie van de BBB voor Caribisch Nederland een stap die broodnodig en rechtvaardig is. Bij ons in het Europese deel van het Koninkrijk is digitale dienstverlening inmiddels vanzelfsprekend. Je vraagt je AOW aan. Ik hoop dat dat voor mij nog lang gaat duren. Niet te lang, hoor. Dat moet ik er dan ook weer bij zeggen. Het moet niet te veel gaan schuiven, maar het zal nog even duren. Je doet je belastingaangifte, wat ik uiteraard doe, of je checkt even je zorgverzekering. Allemaal vanuit thuis, via de computer of de telefoon. Voor inwoners van Caribisch Nederland is dat nog heel anders. Daar moeten mensen vaak nog langs meerdere loketten, zelf papieren opvragen en alles keer op keer op keer inleveren. En dat kost tijd, geeft fouten en voelt volgens de fractie van de BBB voor de inwoners van Caribisch Nederland niet gelijkwaardig.
Dit wetsvoorstel maakt daar een einde aan. Waarom is dit voor ons belangrijk? Het voorstel brengt drie grote verbeteringen. Ik benoem ze even. Eén: de rechtszekerheid en de privacy. Het huidige identiteitsnummer in Caribisch Nederland is niet uniek. Soms hebben verschillende inwoners zelfs hetzelfde nummer. Bovendien staat er informatie in over de geboortedatum en het eiland van inschrijving en dat is niet veilig. Het nieuwe bsn, zoals we dat in Europees Nederland al sinds 2007 kennen, is informatieloos. Dat is niet alleen eerlijk, maar vooral ook veiliger. Ik kom daar straks nog even op terug in het licht van de woorden van de heer Van Hattem namens de PVV.
Twee: een betere en snellere dienstverlening. Met een bsn en DigiD kan een inwoner terecht bij één loket. Gegevens worden veilig en automatisch uitgewisseld tussen alle verschillende instanties. Een student hoeft bijvoorbeeld niet meer zelf alle documenten te verzamelen om studiefinanciering aan te vragen. Net als in Europees Nederland kan dat straks gewoon met DigiD.
Drie: gelijkwaardigheid binnen het Koninkrijk. In 2010 zijn Bonaire Sint-Eustatius en Saba onderdeel geworden van Nederland en toch gelden er nog lang niet overal dezelfde regels. Dit wetsvoorstel brengt daar weer een stukje verandering in en geeft inwoners van de eilanden dezelfde mogelijkheden als inwoners van Europees Nederland. Dat is niet alleen praktisch, maar ook een kwestie van gelijkwaardigheid.
Voorzitter. Een kleine kanttekening. Laten we tegelijkertijd ook eerlijk zijn met elkaar: digitalisering is geen tovermiddel. Het kan ook nieuwe risico's met zich meebrengen. Het bsn is op zichzelf informatieloos, maar in combinatie met andere gegevens kan het misbruikt worden. Identiteitsfraude ligt altijd op de loer. Ook fouten in digitale systemen kunnen zich snel verspreiden en zijn lastig te herstellen. Het bsn wordt binnen de Algemene verordening gegevensbescherming als een bijzonder persoonsgegeven beschouwd en gekwalificeerd. Daardoor geldt de hoogste privacybescherming voor dit nummer. Voor Caribisch Nederland geldt de Wet bescherming persoonsgegevens BES. Dat is een specifieke wet die wel vergelijkbaar is met de Algemene verordening gegevensbescherming, maar ook een hoop verschillen kent. Er wordt gewerkt aan modernisering van deze wetgeving — gelukkig, zeg ik er maar bij — mogelijk ook in samenwerking met de Algemene verordening gegevensbescherming, om de privacybescherming in lijn te brengen met de norm zoals wij die in Europees Nederland kennen. Afgelopen donderdag is hierover een motie van de Tweede Kamerleden Kathmann en White van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid over ingediend, waar de regering het oordeel Kamer aan heeft gegeven. Het leeft dus niet alleen in deze Kamer, maar het leeft ook zeker in de Tweede Kamer.
Ik zag ook in de beantwoording ... Omdat het zo'n specifiek bijzonder persoonsgegeven is, was mijn fractie de fractie van de PVV erkentelijk dat zij zo doorgevraagd hebben over dit nummer. We hebben ook de antwoorden meegekregen dat de KopieID-app, zoals we die al jaren hier in Nederland kennen, alweer jaren geschikt is voor deze maatregel. Ik denk wel — daar zal de staatssecretaris straks misschien op in moeten gaan of op moeten reflecteren — dat er extra communicatie nodig is op de eilanden over het feit dat de KopieID-app van het grootste belang wordt om te voorkomen dat er fraude gepleegd kan worden. Daarmee heb ik nog een vraag aan de staatssecretaris. Wanneer kunnen we, in het licht van het bsn als bijzonder persoonsgegeven, deze modernisering voor Caribisch Nederland verwachten? Daarnaast vindt de fractie van de BBB dit van het grootste belang voor de mensen die minder digitaal vaardig zijn. Dat moeten we ook echt niet uit het oog verliezen. In Caribisch Nederland geldt dat misschien nog sterker dan in Europees Nederland, ook gewoonweg omdat ze daar nog lang niet gewend zijn aan al die digitale dienstverlening. Digitalisering mag volgens de fractie van de BBB nooit leiden tot uitsluiting.
Ik heb nog twee aandachtspunten die ik graag wil meegeven. Dat is de digitale inclusie. Zorg voor duidelijke uitleg in meerdere talen en voor begeleiding bij het gebruik van DigiD en andere digitale diensten. En dat is ook de laagdrempelige hulp. Burgers moeten altijd terechtkunnen bij een eigen openbaar lichaam voor vragen of correcties. Het digitale loket mag nooit het persoonlijke loket vervangen. Ik vraag de staatssecretaris op deze twee aandachtspunten te reflecteren.
Voorzitter. Met dit wetsvoorstel zetten we een grote stap, zoals ik aangaf. We geven de inwoners van Caribisch Nederland toegang tot dezelfde digitale middelen als hun landgenoten. We maken de dienstverlening sneller en eerlijk, maar techniek en wetgeving zijn niet genoeg. Het gaat om vertrouwen, bescherming en gelijke toegang voor iedereen. Als we daar blijvend oog voor houden, dan is dit voorstel een waardevolle investering in een sterkere, modernere en meer verbonden rechtsstaat.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Ik dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Hartog van de fractie van Volt. Hij spreekt mede namens de fracties van de SP, D66, ChristenUnie, de Partij voor de Dieren en OPNL.
De heer Hartog i (Volt):
Ja, voorzitter, en daar is ook GroenLinks-Partij van de Arbeid zojuist aan toegevoegd, dus vandaar.
De voorzitter:
En GroenLinks-Partij van de Arbeid.
De heer Hartog (Volt):
Voorzitter. De fracties die u zojuist noemde, zijn verheugd dat het binnenkort gemakkelijker wordt om op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba een burgerservicenummer te krijgen en de burgers aldaar een betere digitale toekomst te geven. Onze fracties hebben nog wel een aantal vragen.
Allereerst een aantal korte vragen over de praktijk. Daarbij wil mijn fractie niet voorbijgaan aan het feit dat de invoering van het bsn voor inwoners van Caribisch Nederland langer geduurd heeft dan verwacht en dan noodzakelijk was. Kan de staatssecretaris kort aangeven waarom dit tot 2025 heeft moeten duren, terwijl de inwoners van de eilanden al sinds 2010 op gelijke voet staan met Europese Nederlanders? Wat onze fracties betreft wordt een onrecht dat eigenlijk te lang heeft geduurd nu eindelijk hersteld. Voor het debat is het ook goed als de staatssecretaris kort zou willen aangeven welke verbeteringen de invoering van het bsn in Caribisch Nederland heeft voor de bevolking aldaar, zelfs voor degenen die nooit direct iets met Europees Nederland te maken zullen hebben.
Voorzitter. Dat brengt mij op de inwoners van de eilanden die wel een directe band met Europees Nederland hebben. Onze fracties denken met name aan de studenten die in Europees Nederland hun studie zijn begonnen in september van dit jaar en alsnog aanvangsproblemen hebben gehad omdat wij de doelstelling van 1 juli niet hebben gehaald. Kan de staatssecretaris aangeven of er zich inderdaad problemen hebben voorgedaan en hoe die zijn opgelost?
Dan hebben onze fracties een vraag over het verlenen van bsn's aan asielzoekers die hun aanvraag succesvol hebben afgerond en statushouders zijn op de drie eilanden. Zullen zij, net als in Europees Nederland, na zes maanden als statushouder ook aanspraak kunnen maken op een bsn?
Voorzitter. Als tweede thema hebben de fracties een aantal vragen over de inbedding van de eilanden in hun regio en over de toekomstbestendigheid van het systeem. De memorie van toelichting geeft terecht aan dat er op de drie eilanden geen verplichting is om op basis van de EU-eIDAS-verordening ook digitale identificatiemiddelen van EU-lidstaten te erkennen. Is de staatssecretaris echter wel van plan dit ook zonder die verplichting te doen? Wat zijn daarvan de consequenties? Welke contacten zijn er geweest, bijvoorbeeld met Frankrijk, om deze wederzijdse toepassing mogelijk te maken?
Dezelfde vraag geldt voor de relatie binnen het Koninkrijk. De memorie van toelichting spreekt over een aantal aspecten die uit het bestuursakkoord voortvloeien, maar de concrete vraag is hoe de staatssecretaris denkt dat de invoering van deze nieuwe wet ook het economische en persoonlijke verkeer binnen het Koninkrijk kan verbeteren.
Als laatste vraag onder dit thema zouden de fracties graag van de staatssecretaris vernemen hoe de toekomstige invoering van de digital wallet binnen de EU met Bonaire, Saba en Sint-Eustatius wordt afgestemd. Worden zij hierover geïnformeerd?
Voorzitter. Mijn fractie kijkt uit naar de antwoorden van de staatssecretaris.
De voorzitter:
Ik dank u wel. De heer Lievense heeft nog een interruptie voor u.
De heer Lievense i (BBB):
Ja, even een vraag. Ik ben blij, want volgens mij hoor ik tussen alle vragen door dat deze fracties deze wet wel gaan steunen. Maar ik hoor zo'n spervuur aan vragen dat ik me toch afvraag — misschien kan de heer Hartog daarop reflecteren — waarom al deze vragen niet zijn gesteld in de schriftelijke vragenrondes.
De heer Hartog (Volt):
Omdat ze nu worden gesteld.
De voorzitter:
Dat is een kort antwoord. Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Staatssecretaris, bent u in de gelegenheid om direct te antwoord of heeft u enige tijd nodig? Een kwartiertje. Dan schors ik tot ongeveer 12.00 uur.
De vergadering wordt van 11.48 uur tot 12.00 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering en geef het woord aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Staatssecretaris Van Marum i:
Dank u wel, voorzitter. Vandaag behandelen we het wetsvoorstel dat het burgerservicenummer en andere voorzieningen van een digitale overheid invoert op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Voor mij persoonlijk is dat extra bijzonder nu in dit dossier twee van mijn drie portefeuilles samenkomen, namelijk digitalisering en koninkrijksrelaties. Allereerst wil ik uw Kamer danken voor de spoedige behandeling van dit wetsvoorstel, waardoor inwerkingtreding dit jaar nog mogelijk kan zijn.
De bijzondere positie van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba vraagt om zichtbaarheid, zorg en structurele aandacht. De eilanden zijn voor mij geen verre verantwoordelijkheid, maar een onderwerp waar ik me actief en met overtuiging voor inzet. Het bsn is een bekend fenomeen in Europees Nederland. Over een maand bestaat het nummer achttien jaar. Dan volgt nu de invoering van het bsn op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, met als doel om de digitale overheidsdienstverlening aan burgers en bedrijven in Caribisch Nederland verder te kunnen gaan verbeteren.
Voordat ik overga tot de beantwoording van uw vragen, wil ik graag even stilstaan bij de drie uitgangspunten van dit wetsvoorstel. Eén: stapsgewijs. Twee: veilig. En drie: toegankelijk.
Stapsgewijs. We voeren het bsn en de Wet digitale overheid stapsgewijs in binnen de huidige systemen en processen. Zo kunnen we op korte termijn de eerste stappen al zetten en blijft het uitvoerbaar. Het gaat hier dus niet over één groot ICT-project, maar over een stapsgewijze aanpak. Een eerste stap zetten we door alle 30.000 inwoners een bsn te geven. Dat registeren we in een eigen bevolkingsregistratie van de eilanden. Met dat bsn kan men dus ook een DigiD krijgen. Daarna kunnen de eerste overheidsorganisaties de komende jaren de overstap gaan maken naar het bsn en de DigiD.
Twee: veilig. Essentieel is dat het bsn en de Wet digitale overheid volledig, veilig en betrouwbaar ingevoerd worden. Bij de introductie van het bsn worden geen nieuwe systemen geïntroduceerd, maar worden bestaande koppelingen in systemen aangepast. Hierbij is de gegevensuitwisseling tussen Europees en Caribisch Nederland staande praktijk, waarbij ik wil benadrukken dat er vanuit Caribisch Nederland geen directe toegang is tot databases van Europees Nederland. Voorop staan informatiebeveiliging en risicobeheersing. Het wetsvoorstel biedt hiertoe een aantal belangrijke waarborgen. Zo moeten alle organisaties die willen aansluiten op DigiD aan dezelfde beveiligingseisen voldoen als in Europees Nederland. Ook is de Baseline Informatiebeveiliging Overheid van toepassing op de centrale voorzieningen voor de uitwisseling van persoonsgegevens in het bsn-stelsel. Verder voeren we zelfevaluaties in waarmee de eilanden verplicht worden om jaarlijks de veiligheid en betrouwbaarheid van de bevolkingsregistratie te onderzoeken en daarvan ook verslag te doen, net als in Europees Nederland al gebeurt. Het verhogen van de digitale weerbaarheid vraagt en krijgt, net als in Europees Nederland, op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba voortdurende aandacht.
En dan drie: toegankelijkheid. Het is van belang dat burgers worden begeleid en voorgelicht bij de invoering van de nieuwe digitale mogelijkheden. Er is daarom al een voorlichtingscampagne gestart om de inwoners te informeren over wat het bsn is en hoe ze er veilig mee om kunnen gaan. Alle informatie is meertalig en online en offline vindbaar, laagdrempelig en toegankelijk om zo veel mogelijk inwoners te bereiken. Ook zetten we in op het verhogen van de digitale vaardigheden, zodat alle burgers daaraan mee kunnen doen.
Dan hebben we nog een aantal amendementen gehad in de Tweede Kamer. Tot slot wil ik dan ook even stilstaan bij die amendementen van de Tweede Kamer. Het amendement waardoor het bsn op de ID-kaart BES komt te staan, is eerder ontraden. Hoewel dit meer gemak kan bieden bij het gebruik van de kaart, brengt dit ook risico's met zich mee en daar wil ik scherp op zijn. Er zullen daarom aanvullende maatregelen worden genomen, waaronder een publiekscampagne gericht op veilig gebruik, en we zullen de stap naar de bsn-opname pas zetten wanneer de technische en organisatorische systemen op de eilanden daar klaar voor zijn. Vooropstaat dat we willen dat de inwoners van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba kunnen vertrouwen op een betrouwbare en veilige identiteitskaart. Als we het bsn daaraan toevoegen, doen we dat ook met oog voor privacy en uitvoerbaarheid.
Het tweede amendement regelt dat de overheidsorganisaties verplicht gebruik gaan maken van de gegevens uit de basisadministratie. Die zullen we ook stap voor stap invoeren, zodat de organisaties op de eilanden ook voldoende tijd krijgen om hun systemen daarop aan te passen. Zo werken we toe naar een betere dienstverlening, minder administratieve lasten en een overheid die werkt op basis van vertrouwen en actuele gegevens.
De heer Recourt i (GroenLinks-PvdA):
Even over dat eerste amendement, amendement-White, waarin het gaat om het plaatsen van het bsn-nummer op de identiteitskaart. Ik kan de staatssecretaris heel goed volgen als hij zegt: dat doen we pas als het veilig kan. Heeft de staatssecretaris er ook al zicht op wanneer dat dan zou zijn? Hoelang gaat dit duren?
Staatssecretaris Van Marum:
Een echte tijdslijn kun je daar niet helemaal voor geven, want je moet goed kijken dat de systemen daar goed op ingericht zijn. We moeten ook de risico-inventarisatie doen van wat het teweeg kan brengen als we het er wel op zetten. Ik denk dat we dat in goed overleg tussen Nederland en de bijzondere gemeenten moeten doen en dat we de volgordelijkheid ook nader moeten bekijken. We proberen het natuurlijk wel zo snel mogelijk te doen. Aan de andere kant moeten we wel oog houden voor de risico's die eraan zitten. We willen de eventuele kansen die dit biedt voor fraude, natuurlijk voor zijn.
De heer Recourt (GroenLinks-PvdA):
Helemaal eens met de uitgangspunten, maar het blijft nog wel heel vaag. Zit er een maximumtermijn aan? Laat ik het dan zo stellen.
Staatssecretaris Van Marum:
Zoals gezegd kan ik daar niet helemaal een vaste termijn aan hangen, maar ik probeer wel zo snel mogelijk de zaken te krijgen zoals we ze hier ook graag willen zien. Voor mij is belangrijker dat de randvoorwaarden waarbinnen we dat kunnen doen, goed geborgd zijn, zodat de fraudegevoeligheid afgedekt is.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Staatssecretaris Van Marum:
Het tweede amendement, dat regelt dat overheidsorganisaties verplicht gebruik gaan maken van de gegevens uit de basisadministratie, zullen we stap voor stap invoeren, zodat de organisaties op de eilanden ook genoeg tijd krijgen om hun systemen daarop aan te passen. Zo werken we toe naar een betere dienstverlening zonder administratieve lasten en een overheid die werkt op basis van vertrouwen in de actuele gegevens. Vertrouwen in het systeem begint bij verantwoord gebruik. Waar we spreken over persoonsregistratie, raken we aan de kern van een betrouwbare overheid, identiteitszekerheid en toegang tot voorzieningen. Het bsn is zeker geen poort naar voorzieningen, maar een sleutel naar een correcte registratie door de overheid en betrouwbare communicatie met de overheid. Met de juridische, technische en organisatorische waarborgen die we nemen, vormt het bsn geen risico, maar juist een kans op verbetering van de overheidsdienstverlening op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba.
Dan zal ik nu overgaan tot de beantwoording van de vragen. Ik begin met de vragen van de PVV. Er was een vraag over de publiekscampagne: worden de effecten van deze campagne gemonitord en geëvalueerd? Ik ben na de uitvoering van het bsn inderdaad voornemens in een herhaalde burgercampagne het gebruik van KopieID te stimuleren. Sinds april '24 is de KopieID-app beschikbaar voor Caribisch Nederland. Ook betrek ik de toezichthouder hierbij. Het is een mix van maatregelen om misbruik te voorkomen. Daarnaast is er een rol voor de lokale toezichthouder, CBP BES, die actief toeziet op de naleving van de privacyregels. Dit doen zij onder meer aan de hand van bewustwordingscampagnes.
Waarom biedt het opnemen van het bsn op de ID-kaart nu voldoende soelaas? Het opnemen van het bsn op de ID-kaart is een wens van de Tweede Kamer. Ik had de motie ontraden. Om het risico op fraude en misbruik te voorkomen, kan ik wel zo veel mogelijk mitigerende maatregelen nemen, waaronder de publiekscampagne "BSN uniek en persoonlijk". Het bsn wordt achterop de kaart geplaatst. In het nieuwe jaar start er een herhaalde burgercampagne voor het bevorderen van het gebruik van de KopieID-app. Het CBP BES zal actief toezien op de naleving van de privacyregels op de BES. Ook loopt er als sinds '22 een campagne van het Korps Politie Caribisch Nederland en het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude. We zullen de stap naar de bsn-opname pas zetten wanneer de technische en organisatorische systemen op de eilanden daar klaar voor zijn.
De heer Lievense i (BBB):
Ik hoorde de staatssecretaris net een datum noemen. Er komt nog een extra publiekscampagne voor het gebruik van een KopieID-app. Dat is een tussenoplossing. Het belangrijkste, wat de heer Van Hattem namens de PVV ook aangeeft, is dat ze zich op de eilanden er wel terdege van bewust zijn dat het eigenlijk geen "kunnen" is. Het is niet verplicht om 'm te gebruiken, maar het wordt bijna een "moeten". Nu komt de vraag. Ik hoor de staatssecretaris een datum geven waarop een extra publiekscampagne start. Die heb ik niet in de stukken gezien, maar dat kan aan mij liggen, hoor. Als dat zo is, is dat dan een toezegging?
Staatssecretaris Van Marum:
Reken dat maar als een toezegging.
Dan de derde vraag. CPB BES gaat actief toezien op het naleven van de privacyregels. Kan ik aangeven welke inspanningen worden gedaan en of hiervoor voldoende en adequate capaciteit bij CPB BES beschikbaar is? CPB BES zal als onafhankelijk toezichthouder ook worden belast met het toezicht op het gebruik van het bsn in Caribisch Nederland. Hoewel de capaciteit een blijvende uitdaging is, zijn er belangrijke stappen gezet. Zo is het CPB BES vorig jaar versterkt met de toevoeging van een commissielid. Met het aantrekken van nieuwe medewerkers kan CPB BES steeds beter in staat worden gesteld om uitvoering te geven aan toezicht- en handhavingstaken. Daarnaast is er goed contact tussen CPB BES en de Autoriteit Persoonsgegevens en worden op eigen initiatief bijstandsverzoeken gedaan door bijvoorbeeld de politie. Daarnaast is sinds april '24 de KopieID-app beschikbaar voor Caribisch Nederland. Ik ben voornemens na invoering van het bsn met een herhaalde burgercampagne het gebruik van KopieID te stimuleren.
In het kader van ingetrokken blanco ID-kaarten en centrale registratie zou een nieuw systeem moeten worden toegevoegd. Staan de kosten en baten in verhouding tot elkaar en kan ik aangeven of hier geen laagdrempelige en praktische oplossing voor gevonden kan worden? Zou een hit-/no-hitnummermethode geen optie zijn voor de ID-kaart BES? De ID-kaart BES wordt in overleg met de eilandbesturen lokaal gepersonaliseerd. Het gaat hier over een zeer klein aantal kaarten, zo'n 9.000 per jaar, waarvan 600 op Saba. Dat maakt de kosten hoog. Er is geen lokaal centraal register waarin wordt bijgehouden wie een kaart heeft of welke kaarten gestolen of vermist zijn. Zo'n systeem zou moeten worden gebouwd als maatwerksysteem. Ook dat brengt kosten met zich mee. Om gegevens te kunnen raadplegen kunnen uitvoeringsorganisaties zoals de KMar, Vreemdelingenpolitie, de Arbeidsinspectie of op termijn zorgverleners losse systemen invoeren of deze functionaliteit inbouwen in de bestaande systemen. Hit/no-hit kan eventueel voldoen als functionaliteit voor het opvragen van informatie, maar dat doet niets af aan het feit dat de kosten daar niet tegen opwegen.
De heer Van Hattem i (PVV):
Ik kan de staatssecretaris helemaal volgen als hij scherp is op de kosten. Tegelijkertijd hoorde ik hem zostraks zeggen dat van alle 30.000 Nederlanders op de eilanden het bsn geregistreerd wordt. Als volgens dit wetsvoorstel met het amendement-White erin de nummers op de kaart komen te staan, dan moeten die bsn-nummers ook als zodanig geregistreerd worden. Kan er dan niet gekeken worden naar een koppeling met het systeem voor de registratie van die bsn-nummers, om de kaarten op die manier te kunnen registreren? Anders zit daar uiteindelijk toch een mogelijk gat in de beveiliging.
Staatssecretaris Van Marum:
Dat is een goede suggestie, die ik zal laten onderzoeken. Ik kom daar op een later moment even op terug bij u.
De heer Van Hattem (PVV):
Oké, dank.
Staatssecretaris Van Marum:
Dan is nog gevraagd: de kaart wordt ook gebruikt als vreemdelingendocument; welke concrete maatregelen worden genomen om misbruik en vervalsing in dat kader tegen te gaan? De inwerkingtreding houdt gelijke tred met de aanbesteding van de ID-kaart BES. Het huidige contract loopt af in 2028. De maatregelen zullen daarin worden meegenomen.
Gevraagd is of ik kan aangeven hoe bepaald wordt of de openbare lichamen hiertoe organisatorisch en technisch gereed zijn. Bij een aansluiting op een DigiD wordt getoetst aan de auditvereisten. Tussendoor kwam nog de vraag waarom je überhaupt nog een bsn zou vermelden op een ID-kaart BES. Het toevoegen van het bsn aan de ID-kaart BES levert een verbetering op in de interactie tussen burger en overheid. Het feit dat de vermelding pas over enkele jaren plaatsvindt zorgt voor een gewenningsperiode in het veilig gebruik van het bsn.
Dan kom ik bij de vragen van de heer Lievense. Voor Caribisch Nederland geldt de Wet bescherming persoonsgegevens BES, de Wbp-BES. Er wordt gewerkt aan de modernisering van deze wetgeving. Wanneer kunnen we deze modernisering voor Caribisch Nederland verwachten? In samenwerking met de Caribische landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten werkt de regering aan wetgeving om de gegevensbescherming van Caribisch Nederland, Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, te harmoniseren en in lijn te brengen met de Conventie 108+.
Conventie 108+ is een geüpdatete versie van het Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens van de Raad van Europa en een aantal landen daarbuiten. De huidige versie van het verdrag geldt zowel voor het Europese als voor het Caribische deel van Nederland. De eerder genoemde wetgeving is onder meer bedoeld om ervoor te zorgen dat de Conventie 108+ voor het Caribisch deel van het Koninkrijk kan worden aanvaard.
Een projectgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de drie Caribische landen, Europees Nederland en Caribisch Nederland werkt stapsgewijs aan het tot stand brengen van deze wetgeving. Dit doet de projectgroep in opdracht van de ministers van Justitie van de vier landen. De werkzaamheden van de projectgroep vorderen gestaag. Momenteel is voorzien dat een volledig concept van de beoogde wet in de tweede helft van 2026 met de betrokken ministers kan worden gedeeld. Gelet op de omvang van de beoogde wet, de complexiteit van de daarin te regelen materie en de beleidsmatige en inhoudelijke keuzes die daarbij door de vier landen gezamenlijk moeten worden gemaakt, is deze planning nog wel omgeven met enige onzekerheden. We doen echter ons best om die planning te halen.
Dan digitale inclusie: zorg voor duidelijke uitleg in meerdere talen en voor begeleiding bij het gebruik van de DigiD en andere digitale diensten. Ik onderschrijf het belang om de inwoners van Caribisch Nederland te ondersteunen in meerdere talen. Niet alleen daar, trouwens. Ik kreeg gisteren in de Tweede Kamer ook al een vraag over Friesland. Daar doen we dat ook al mee. Tegenover Caribisch Nederland is daarin al een eerste stap gezet door de DigiD-app in het Papiaments te vertalen. Op een later moment, waarschijnlijk eind 2025, zal ook de DigiD-website in het Papiaments beschikbaar komen. Beide zijn ook al in het Engels beschikbaar.
Inwoners van Caribisch Nederland kunnen voor telefonische ondersteuning aangaande DigiD op korte termijn terecht bij nederlandwereldwijd.nl, waarbij Nederlands, Engels en Spaans gesproken kan worden. De mogelijkheid van een lokaal inbelnummer op de drie eilanden wordt momenteel onderzocht.
Dan laagdrempelige hulp. Burgers moeten altijd terechtkunnen bij een openbaar lichaam voor vragen of correcties. Een digitaal loket mag nooit een persoonlijk loket vervangen. De vraag is of ik daarop kan reflecteren. Jazeker. Ik vind het ook belangrijk dat er altijd een fysieke plek dichtbij is waar burgers en ondernemers terechtkunnen voor het regelen van hun zaken met de overheid. Samen met de openbare lichamen wordt verkend hoe we ook op Caribisch Nederland empathische en laagdrempelige dienstverlening kunnen bieden op die plekken waar mensen ondersteuning zoeken. Digitalisering is een aanvulling op de bestaande dienstverleningskanalen en geen vervanging van fysieke toegangspunten.
Dan ga ik nu over naar de vragen van de heer Hartog. Allereerst een aantal korte vragen over de praktijk. Kan ik aangeven waarom dit tot 2025 heeft moeten duren? Tot 2019 was er een legislatieve terughoudendheid. De regering wilde de eilanden na 2010 niet meteen overspoelen met te veel Europese regels. Vanaf het moment dat de regering na advies van commissie-Spies en de Raad van State overstapte op comply or explain heeft de regering meteen doorgepakt met het bsn. Daarom ligt dat wetsvoorstel nu in uw Kamer ter bespreking. Parallel aan dit wetsvoorstel is ook de ICT aangepast. Die staat klaar om ingevoerd te worden. Ik wil vanaf deze plaats dan ook mijn dank uitspreken voor de brede steun, politiek en maatschappelijk, vanuit de eilanden om dit mogelijk te maken.
Welke verbetering wordt met de invoering van het bsn in Caribisch Nederland beoogd voor de bevolking aldaar? Allereerst draagt het bsn bij aan een betere bescherming van de privacy. In tegenstelling tot het huidige ID-nummer is het bsn een uniek en informatieloos nummer. Daarnaast wordt met het bsn een eerste stap gezet richting een gelijkwaardige overheidsdienstverlening. Zo wordt het met het bsn en de invoering van de Wet digitale overheid mogelijk om digitale dienstverlening aan te bieden. We bieden een basis voor een verdere verbetering van interne processen en dienstverlening voor de inwoners van Caribisch Nederland. Het uitgangspunt is juist dat het bsn zorgt voor het verminderen van de administratieve lasten en dat het nummer zorgt voor meer betrouwbare en efficiënte processen, zodat de burger bijvoorbeeld maar één keer zijn verhuizing door hoeft te geven.
Een aantal studenten die in Europees Nederland hun studie zijn begonnen, hebben in september van dit jaar alsnog aanvraagproblemen gehad. Kan ik aangeven of zich inderdaad problemen hebben voorgedaan en hoe die zijn opgelost? Voor studenten uit Caribisch Nederland die in Europees Nederland gaan studeren, is het al twee jaar mogelijk om voor aankomst een bsn te ontvangen door een aanvraag voor studiefinanciering te doen bij DUO. Dit geldt ook voor studenten uit de Caribische landen die in Europees Nederland gaan studeren, juist vanwege de afhankelijkheid die u schetst. De mogelijkheid voor studenten om alvast een bsn te verkrijgen, is gezamenlijk met OCW en DUO eerder aangepast. Omdat het Europees Nederlandse systemen betreft, hoeven we daar de wet niet voor aan te passen. We hebben samen met DUO wel intensief contact onderhouden met de begeleidende instanties, de huizen van de Caribische landen in Europees Nederland, en de lokale partijen, zoals de ministeries van de Caribische landen. Er hebben ons dit jaar geen geluiden bereikt over aanvangsproblemen, zoals door de fractie van Volt werd gesuggereerd. Mocht dat wel zo zijn, hoor ik dat graag. Dan kunnen we kijken wat we daaraan kunnen doen.
Dan hebben we nog de vragen over het verlenen van het burgerservicenummer aan asielzoekers die hun aanvraag succesvol hebben afgerond. Zullen zij net als in Europees Nederland na zes maanden als statushouder ook aanspraak kunnen maken op een bsn? De Immigratie- en Naturalisatiedienst op Caribisch Nederland oordeelt op grond van de Wet toelating en uitzetting BES of vreemdelingen verblijfsrecht hebben op de openbare lichamen. Indien een verblijfsgunning, ongeacht het verblijfsdoel, wordt verleend, kan de vreemdeling zich overeenkomstig het verleende verblijfsrecht inschrijven in de bevolkingsadministratie van een openbaar lichaam. Het bsn wordt toegekend zodra iemand ingeschreven is als ingezetene in de bevolkingsadministratie. Dit betekent dat alleen aan personen die rechtmatig verblijf genieten en die naar redelijke verwachting gedurende een halfjaar ten minste twee derde van de tijd op het openbaar lichaam verblijf houden een bsn kunnen krijgen.
Dan zegt u dat in de memorie van toelichting terecht wordt aangegeven dat er op de drie eilanden geen verplichting is om op basis van de EU-eIDAS-verordening ook digitale middelen van de EU-lidstaten te erkennen. U vraagt of ik wel van plan ben om dat zonder die verplichting te doen, wat de consequenties daarvan zijn en welke contacten er zijn geweest met bijvoorbeeld Frankrijk over het mogelijk maken van deze toepassing. De Europese eIDAS gaat uit van wederzijdse erkenning. Vanwege de status van de eilanden als landen en gebieden overzees is de eIDAS niet van toepassing op de eilanden. Dat heeft tot gevolg dat als bijvoorbeeld Bonaire eigen inlogmiddelen zou ontwikkelen, deze niet kunnen worden aangemeld voor erkenning in Europa. Het zou daarom onredelijk zijn als de Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES de eilanden een verplichting zou opleggen om alle Europese inlogmiddelen te erkennen.
Daar wil ik nog twee opmerkingen over maken. Dat er geen verplichting is, wil niet zeggen dat de eilanden geen Europese inlogmiddelen mogen accepteren als daartoe aanleiding is. Daarnaast is de verwachting dat veel diensten ook gebruik zullen maken van in Europees Nederland ontwikkelde systemen waar erkenning van Europese middelen als het ware al is ingebouwd.
Dan de vraag of deze nieuwe wet ook het economische en persoonlijke verkeer binnen het Koninkrijk kan verbeteren. Zoals eerder aangegeven zie ik het bsn als een belangrijke stap richting een gelijkwaardiger toegang tot digitale diensten en meer administratieve gelijkwaardigheid tussen de inwoners van Caribisch Nederland en Europees Nederland. Bsn en DigiD zijn daarmee niet alleen technische instrumenten maar dragen ook bij aan een betere integrale toegankelijkheid binnen het Koninkrijk. Inwoners van Caribisch Nederland kunnen met het bsn eenvoudiger verhuizen, werken of studeren in Europees Nederland doordat gegevenswisseling efficiënter kan verlopen. Het maken van regels over een persoonsnummer is geen rijksaangelegenheid maar een landsaangelegenheid. De landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten beslissen dan ook zelfstandig over hun landsaangelegenheden. Dit betekent wel dat de wetgeving die nu wordt aangepast, niet geldt voor de landen maar alleen voor Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, die als openbaar lichaam onderdeel uitmaken van Nederland.
Dan de vraag hoe de toekomstige invoering van de digitale wallet binnen de EU met Bonaire, Saba en Sint-Eustatius wordt afgestemd. Daar wordt nog aan gewerkt. Als dat aan de orde is, worden ook de mensen in Caribisch Nederland daarvan op de hoogte gesteld. Ze zullen in elk geval moeten beschikken over een bsn om aanvraag en activatie op een hoog betrouwbaarheidsniveau te kunnen laten plaatsvinden. Dat betekent dat in hoge mate in zekerheid wordt voorzien ten aanzien van iemands identiteit. Dienstverleners weten dan zeker met wie ze te maken hebben. Als en indien kunnen ze daarvan gebruikmaken.
Daarmee ben ik aan het einde gekomen van de beantwoording van de vragen.
De voorzitter:
Dank u wel. Wij willen verdergaan met de tweede termijn van de Kamer. Ik kijk naar de klok. Om 12.40 uur moeten de heer Van Hattem, de heer Walenkamp en ik naar een volgende vergadering. Ik vraag het even aan de woordvoerders: kunnen wij snel de tweede termijn afronden, voor die tijd? Ja. Dan ga ik nu het woord geven aan de heer Van Hattem.
De heer Van Hattem i (PVV):
Dank, voorzitter. Dank ook voor de beantwoording door de staatssecretaris en de toezegging om te kijken naar de bsn-registratie. Het probleem met dit wetsvoorstel blijft dat er nu een probleem wordt geschapen door het bsn op de ID-kaart te plaatsen, terwijl dit echt niet noodzakelijk is. Immers, via het paspoort en de Nederlandse identiteitskaart is het bsn breed beschikbaar voor de bevolking van de BES-eilanden. Deze amendering maakt ons daarom nog steeds niet positief over deze wet.
Om op een aantal punten terug te komen. De staatssecretaris noemde als oplossing de KopieID-app. Nu is het de vraag of de digitale infrastructuur op de BES-eilanden daarvoor toereikend is. Uit het PBLQ-rapport van mei 2024 blijkt dat de digitale infrastructuur op de BES-eilanden tekortschiet, de hard- en software verouderd zijn en er geen middelen zijn voor vervanging. Het loopt daar pak 'm beet 25 jaar achter. In persoonlijke gesprekken heb ik gemerkt dat inwoners van de BES-eilanden klagen over de internetbeschikbaarheid op de eilanden. Ik hoor graag van de staatssecretaris hoe hij dat denkt te ondervangen.
Dan over het vreemdelingendocument. De staatssecretaris spreekt over een aanbesteding in 2028. Eigenlijk is de ID-kaart BES niet bedoeld als vreemdelingendocument. Daarom vraag ik aan de staatssecretaris: kan er niet beter worden ingezet op het stoppen van het onbedoelde gebruik van de ID-kaart BES als vreemdelingendocument?
Dan over het uitstel van de inwerkingtreding van het bsn-nummer op de ID-kaart BES. De staatssecretaris spreekt over het toetsen van auditvereisten. Het is niet duidelijk waarop er dan precies getoetst gaat worden. De staatssecretaris spreekt ook over een risico-inventarisatie op dat vlak. Kan de staatssecretaris aangeven wat daarvan straks de uitkomsten zullen zijn? Is hij bereid om die uitkomsten t.z.t. met ons te delen?
Voorzitter, tot zover in tweede termijn.
De voorzitter:
Ik dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Lievense van de fractie van de BBB.
De heer Lievense i (BBB):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb geen vragen meer voor de staatssecretaris, maar ik heb een reflectie op de beantwoording door de staatssecretaris. De staatssecretaris haalde verdrag 108 van de Raad van Europa uit 1981 aan. Sinds 2022 is de Nederlandse regering inderdaad al bezig om dit ook voor Caribisch Nederland van toepassing te laten verklaren en om daar steeds verder mee te gaan. Ik had al een toezegging op de campagne voor de KopieID-app. Die is voor ons echt van cruciaal belang. Nogmaals, wij hebben daarop een toezegging binnengehaald, maar dat komt echt door de volharding van de heer Van Hattem en de PVV-fractie. De invoering gaat nog even duren. De staatssecretaris gaf al aan dat het de vraag is of de planning van het helemaal doorvoeren van 108+ gehaald gaat worden. Het is ook nogal een krappe planning. Die campagne is dus van cruciaal belang om de inwoners op het hart te drukken: "Als je een kopie inlevert, maak dan gebruik van die app. Lukt je dat zelf niet, vraag het dan even aan iemand in je omgeving die dat wel kan. Vraag het voor mijn part aan iemand bij een van de overheidsorganisaties."
De heer Van Hattem deed de suggestie voor de opname van reisdocumenten in de Registratie Niet-Ingezetenen die gebruikt gaat worden als onderdeel van de Basisregistratie Personen. Wij steunen die suggestie. Op dit moment staan er nog geen reisdocumentgegevens in de RNI. Dat zal dus nog een technische uitdaging zijn, maar ik denk dat het een hele goeie suggestie is van de heer Van Hattem.
Tot slot, voorzitter. Wij zijn blij met de verhoging van de weerbaarheid, zoals de staatssecretaris aangeeft. Wij zijn ook blij met hoe dicht deze staatssecretaris bij de inwoners van Caribisch Nederland staat. Wij weten van deze staatssecretaris dat digitale weerbaarheid nooit ter vervanging komt van de fysieke loketten die je de komende jaren nog ergens ter ondersteuning moet houden. Wij zijn dus ontzettend blij met deze beantwoording en met de toezegging.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu graag het woord aan de heer Hartog. Hij spreekt mede namens de fracties van de SP, D66, ChristenUnie, de PvdD, OPNL en GroenLinks-PvdA.
De heer Hartog i (Volt):
Voorzitter. De fracties van GroenLinks-PvdA, de Socialistische Partij, D66, ChristenUnie, de Partij voor de Dieren en OPNL danken de staatssecretaris voor de beantwoording van de vragen. Ik vond dat het hele nette antwoorden waren. Iedere fractie zal haar eigen afweging maken wat betreft deze wet. Zelf zal ik aan de Voltfractie voorstellen om in te stemmen met de wet.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Ik dank u wel. Ik schors voor een kort ogenblik. Ik heb namelijk een vervanger in de vorm van de heer Koffeman. Hij zal de tweede termijn van de kant van de staatssecretaris voorzitten. De staatssecretaris heeft nog enkele minuten nodig voor de antwoorden. Ik schors voor vijf minuten.
De vergadering wordt van 12.38 uur tot 12.43 uur geschorst.
Voorzitter: Koffeman
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering en geeft het woord aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Staatssecretaris Van Marum i:
Dank u wel, voorzitter. Alle sprekers, dank voor uw aanvullende vragen en complimenten. Dat wordt zeer gewaardeerd.
Ik had nog een aantal vragen van de PVV openstaan. Wat betreft die KopieID-app: de digitale infrastructuur doen we samen met Economische Zaken. Wij investeren ongeveer 8 miljoen in de systemen. Die publiekscampagne helpt daarbij.
Dan had ik nog een vraag gekregen over het vreemdelingendocument. Er is op dit moment geen infrastructuur. Dat moet dan via een losse wet, de Wet identiteitskaarten BES, aangepast worden met Asiel en Migratie. Ik ben wel bereid om dat met AenM op te pakken om daar de juiste dingen te doen zodat dat op een goede manier geregeld wordt.
Als laatste de auditvereisten en de risico-inventarisatie. Ik kan u die laten toekomen. De risico-inventarisatie kan ik ook naar u toe laten komen. Als die onderzocht zijn, zal ik de resultaten in uw richting sturen.
De heer Van Hattem i (PVV):
Dank aan de staatssecretaris voor deze toegezegde punten.
De heer Lievense i (BBB):
We hadden net zo'n snelheid en ik gaf zo veel complimenten. Ik wil de staatssecretaris nog meegeven dat er vanuit onze fractie steun is voor deze wet.
Staatssecretaris Van Marum:
Hiermee ben ik aan het einde gekomen van de beantwoording van de vragen. Ik dank uw Kamer dat ik hier mocht zijn.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik kom tot afhandeling van het wetsvoorstel. Wenst een van de leden stemming over het wetsvoorstel? Dat is niet het geval. Dan is het wetsvoorstel hiermee aanvaard. Verlangt iemand aantekening?
De heer Van Hattem (PVV):
Onze fractie wenst aantekening bij dit wetsvoorstel.
De voorzitter:
De leden van de fractie van de PVV wordt conform artikel 88 van het Reglement van Orde aantekening verleend dat zij geacht willen worden zich niet met het wetsvoorstel Wijziging van diverse wetten in verband met het invoeren van het burgerservicenummer en de voorzieningen van de digitale overheid in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES) (36639) te hebben kunnen verenigen.
Niemand anders? Ik schors de vergadering voor een lunchpauze tot 13.30 uur.
De vergadering wordt van 12.46 uur tot 13.34 uur geschorst.