E110038
  ruit icoon
Laatste revisie: 21-10-2013

E110038 - Voorstel voor een verordening houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten



Deze voorgesteldeVerordening van het Europees Parlement en de Raad houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten is een herziening van de in 1999 goedgekeurde Verordening (EG) nr. 104/2000 en valt binnen het pakket aan voorstellen en mededelingen van de Commissie inzake de herziening van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB).


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

Nationaal

De reactie van de staatssecretaris van EL&I d.d. 21 november 2011 op de vragen van de diverse fracties werden tijdens de commissievergadering van EL&I op 29 november 2011 voor kennisgeving aangenomen.

Europees

Tijdens Raad voor Landbouw en Visserij op 17 oktober 2013 stelde de Raad haar positie in eerste lezing vast, dat het resultaat is van de onderhandelingen met het Europees Parlement. Het Europees Parlement zal naar verwachting op 9 december 2013 pleniar instemmen met het voorstel.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2011)416PDF-document, d.d. 13 juli 2011

rechtsgrondslag

Artikel 43(2) van het Verdrag betreffende de werking van de EU

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein

verwante dossiers


Behandeling Eerste Kamer

De reactie van de staatssecretaris van EL&I d.d. 21 november 2011 op de vragen van de diverse fracties werden tijdens de commissievergadering van EL&I op 29 november 2011 voor kennisgeving aangenomen.

De fractie van de ChristenUnie en het lid van de fractie van de Partij voor de Dieren in de commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) hebben op 20 oktober 2011 enkele vragen gesteld aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). De staatssecretaris voor EL&I stuurde op 21 november 2011 een reactie.

Zo wil de ChristenUnie onder andere weten of de regering van oordeel is dat met het nieuwe beleid een stevige impuls wordt gegeven aan een duurzame exploitatie van de visbestanden en de visserijsector en wil de Partij voor de Dieren onder andere weten of de regering bereid is in Europees verband te pleiten voor het introduceren van overdraagbare vangstquota als een optie, in plaats van een verplichting, zoals in de voorstellen is opgenomen.

De kabinetsreactie van 7 oktober 2011 is tijdens de vergadering van 11 oktober 2011 besproken en voor kennisgeving aangenomen.

Tijdens de commissievergadering van 4 oktober 2011 is vastgesteld dat inbreng wordt geleverd door de leden van de fracties van de ChristenUnie en de PvdD.

Tijdens de vergadering van 13 september 2011 heeft de commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie besloten op 4 oktober 2011 inbreng te leveren voor een brief aan de regering.


Behandeling Tweede Kamer

Op 2 november 2011 is ingestemd met het parlementair behandelvoorbehoud waarna op 8 november 2011 een brief is gestuurd aan de staatssecretaris EL&I om deze hiervan op de hoogte te stellen.

Afgesproken is het volgende:

  • De Tweede Kamer wordt tijdig geïnformeerd over de inzet en veranderingen inzake het Gemeenschappelijk Visserijbeleid
  • De concept-gemeenschappelijke standpunten op het Gemeenschappelijk Visserijbeleid zullen, zowel in eerste als tweede lezing, tenminste twee weken voordat deze in stemming worden gebracht in de Raad, toegestuurd worden aan de Kamer.
  • De Tweede Kamer zal middels de geannoteerde agenda voor de Landbouw en Visserijraad, te beginnend met die van de Landbouw- en Visserijraad op 15 december 2011, geïnformeerd worden over de ontwikkelingen in de onderhandelingen over het Gemeenschappelijk Visserijbeleid, waarbij de staatssecretaris in ieder geval wordt gevraagd in te gaan op:
    • het Europese krachtenveld, waaronder een reactie op de aangenomen standpunten van het Europees Parlement, zowel in eerste als tweede lezing, inzake het Gemeenschappelijk Visserijbeleid,
    • alle substantiële elementen van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid, in het bijzonder de discard-problematiek, visserijconcessierechten, visserijakkoorden met derde landen, Maximum Sustainable Yield en de regionale adviescommissies

De commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie hield op 29 september 2011 een rondetafelgesprek over de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Op 27 oktober 2011 vond een algemeen overleg plaats met de staatssecretaris EL&I over het te plaatsen behandelvoorbehoud bij de herziening van het GVB.

Op 15 juli 2011 heeft de voorzitter van de commissie voor Europese Zaken de Voorzitter van de Tweede kamer per brief op de hoogte gebracht van de ontvangst van het voorstel voor herziening van het Gemeenschappelijk Vissserijbeleid (GVB) dat is geselecteerd voor een mogelijke toetsing op subsidiariteit danwel mogelijke plaatsing van een behandelvoorbehoud. De Kamer stemde op 27 september 2011 voor het plaatsen van een parlementaire behandelvoorbehoud.

In een algemeen overleg met de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) op 22 juni 2011 liet deze ten aanzien van de herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) onder andere weten dat er ingezet wordt op verduurzaming van de visserij en versterken van de marktstructuur.


Standpunt Nederlandse regering

Het kabinet ondersteunt in het BNC-fiche van 7 oktober 2011 de doelstelling van de Europese Commissie, die gericht is op duurzaam gebruik en instandhouding van natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen in zee. Zij stelt als uitgangspunt dat de visserij voedsel produceert zonder verspilling, waarbij gebruik wordt gemaakt van de best beschikbare technieken.

Het kabinet beoogt een grotere marktwerking in de visserijsector waarbij deze zich ontwikkelt tot een innovatieve, duurzame en economisch zelfstandige sector. Daarbij steunt het kabinet de inzet van de Commissie om het beheer van visbestanden in 2015 op Maximum Sustainable Yield -niveau te brengen. Ook is het kabinet voorstander van de introductie van een aanlandingsplicht, waarbij het huidige systeem van aanlandingsquota wordt vervangen door een systeem van vangstquota. Daarnaast ziet het kabinet de voorstellen over de marktordening op hoofdlijnen als positief.

Op een aantal andere punten zou de hervorming echter verder moeten gaan dan wat de Commissie voorstelt. Het gaat hierbij met name om:

  • Het beter betrekken van direct belanghebbenden door middel van regionalisering.
  • Het nader concretiseren van de verbinding tussen het GVB en ander Europees natuur- en milieubeleid.
  • Het invoeren van individueel overdraagbare visserijconcessies.
  • Het voorkomen van uitbreiding van de vlootcapaciteit.
  • Het uitbreiden van de doelstellingen voor EU-wateren naar de wateren daarbuiten.

De Nederlandse inzet zal in lijn zijn met de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader voor 2014-2020 (E110035), hetgeen inhoudt dat een substantiële vermindering wordt beoogd in de Nederlandse afdrachten aan de EU alsmede een hervormde begroting. 

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) stuurde op 24 juni 2011 een brief aan de Tweede Kamer waarin hij nadere informatie geeft over de inzet van Nederland bij de herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB).


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Op 18 oktober 2013 stuurde de Europese Commissie een mededeling aan het Europees Parlement met daarin een advies over het aangenomen standpunt van de Raad in eerste lezing van 17 oktober 2013. In het advies geeft de Commissie aan te kunnen instemmen met het standpunt van de Raad. Dit neemt niet weg dat de Commissie een verklaring aflegt bij sommige etiketteringsbepalingen.

Deze voorgesteldeVerordening van het Europees Parlement en de Raad houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten is een herziening van de in 1999 goedgekeurde Verordening (EG) nr. 104/2000 en valt binnen het pakket aan voorstellen en mededelingen van de Commissie inzake de herziening van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB).  In een overkoepelende mededeling geeft de Commissie een uiteenzetting van deze herziening (zie dossier E110036).

De Commissie heeft na een aantal analyses vijf probleemgebieden gedefinieerd welke met de herziening van de marktverordening (gedeeltelijk) moeten worden opgelost.

  • De gemeenschappelijke marktordening heeft niet in voldoende mate bijgedragen tot een duurzame productie
  • De marktpositie van de productie van de Unie is verslechterd
  • De Europese Unie is er niet in geslaagd te anticiperen op marktschommelingen, noch deze te beheersen
  • Het marktpotentieel van de Unie is grotendeels onbenut
  • De tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijk marktordening wordt bemoeilijkt door een omslachtig en te complex kader

De hervorming van de marktordening moet bijdragen tot de verwezenlijking van de belangrijkste doelstellingen van de hervorming van het GVB, overbevissing en niet-duurzame praktijken aan pakken en afstappen van uitsluitend op hoeveelheden gebaseerde productstrategieën.


Behandeling Raad

Tijdens de Raad voor Landbouw en Visserij op 17 oktober 2013 stelde de Raad haar positie in eerste lezing vast, dat het resultaat is van onderhandelingen met het Europees Parlement.

Tijdens de Landbouw- en Visserijraad van 28 januari 2013 was er brede steun van de lidstaten voor het voorstel van het voorzitterschap om de werkzaamheden met betrekking tot visserij die tijdens het Poolse, het Deense en het Cypriotische voorzitterschap werden verricht, voort te zetten, met het doel uiterlijk eind juni 2013 een politiek akkoord te bereiken over het hervormingspakket voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB).

De Raad Landbouw en Visserij van 12 juni 2012 heeft overeenstemming bereikt over een algemene oriëntatie over de basisverordening en de marktverordening.  

Op 19 juli 2011 presenteerde de Europese Commissie haar pakket voorstellen voor de herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid tijdens de Landbouw- en Visserijraad en volgde een eerste gedachtewisseling.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Het Europees Parlement zal naar verwachting op 9 december 2013 pleniar instemmen met het voorstel.

Het Europees Parlement heeft op 12 september 2012 haar standpunt in eerste lezing vastgesteld. 

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 18 juli 2011 heeft de Arctic Commission van de Conferentie van Perifere Maritieme Regio's (CPMR) een persbericht gepubliceerd waarin enkele standpunten ten aanzien van het gepresenteerde pakket over de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid vermeld wordt.

"Na twee jaar van gesprekken tussen de Europese Commissie, Lidstaten van de EU, NGO's en vertegenwoordigers uit de visserijsector voldoet het gepresenteerde pakket niet aan de verwachtingen omdat de oplossingen met betrekking tot modernisatie, innovatie en veiligheid aan boord van vaartuigen niet voldoen aan de eisen van de Europese vissersvloot" aldus een lid van de conferentie. 


Alle bronnen