Dit voorstel handhaaft het nihiltarief in de regulerende energiebelasting voor verbruik van aardgas en minerale oliën door de glastuinbouw voor 1999, maar regelt dat de glastuinbouw voor de jaren 2000 en 2001 in de heffing wordt betrokken op een wijze die is gebaseerd op een vergelijking van de glastuinbouwsector met andere energie-intensieve bedrijven.
Dit is nodig vanuit Europees-rechtelijke overwegingen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 30 maart 2000 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 17 april 2000 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 195 van 25 april 2000.
ingediend
10 januari 2000titel
Wijziging van de regulerende energiebelasting in verband met het beëindigen van het nihiltarief voor verbruik van aardgas en minerale oliën door de glastuinbouwschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst met dien verstande dat artikel I terugwerkt tot en met 1 januari 2000 en artikel IA tot en met 1 mei 2000.
-
30 maart 2000
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 1999/2000, nr. 63: blz. 4363 -