Dit voorstel wijzigt de Mediawet in verband met de invoering van een nieuw concessiestelsel voor de publieke omroep en stelt daartoe regels met betrekking tot de taakopdracht en organisatie van de publieke omroep.
De publieke omroep dient een gevarieerd, kwalitatief hoogwaardig en toegankelijk programma-aanbod te verzorgen voor een breed publiek. Het voorstel wil onder andere het draagvlak voor jongeren en migranten vergroten.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 25 januari 2000 aangenomen door de Tweede Kamer. GroenLinks, PvdA, D66 en VVD stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 21 maart 2000 zonder stemming aangenomen. CDA, RPF/GPV en SGP is daarbij aantekening verleend.
De wet is opgenomen in Staatsblad 138 van 23 maart 2000.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 139 van 28 maart 2000.
ingediend
2 juli 1999titel
Wijziging van de Mediawet in verband met de invoering van een vernieuwd concessiestelsel voor de landelijke publieke omroepschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
-
-De afzonderlijke omroeporganisaties zullen niet langer ieder een concessie krijgen. In plaats daarvan wordt één concessie verleend aan de publieke omroep als geheel, in casu de NOS. Aan de concessie is een taakopdracht verbonden.
-
-De positie van de raad van bestuur van de NOS wordt versterkt.
-
-Er wordt een einde gemaakt aan de statusverschillen tussen omroepverenigingen. Niet langer zal de hoeveelheid zendtijd die omroepverenigingen krijgen afhankelijk zijn van hun ledental.
-
-Het dient te leiden tot een betere netprofilering.
-
-De legitimering van de publieke omroep wordt op een aantal punten versterkt.