Dit wetsvoorstel verbiedt piramidespelen door deze onder de werking van artikel 1 van de Wet op de kansspelen te plaatsen. Ook het afgeven van een vergunning voor piramidespelen is niet mogelijk.
Piramidespelen zijn te vergelijken met de zogenaamde kettingbrieven. Deelnemers moeten steeds nieuwe deelnemers werven, die daarbij een bedrag moeten betalen aan eerdere deelnemers of aan de organisatoren. Bestaande wetten bieden onvoldoende bescherming tegen uitwassen of misstanden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het wetsvoorstel is op 10 februari 1998 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 12 mei 1998 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 298 van 28 mei 1998.
ingediend
10 september 1997titel
Wijziging van de Wet op de kansspelen (piramidespelen)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- staatssecretaris van Justitie
inwerkingtreding
De dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
1