Dit wetsvoorstel schept voorwaarden voor een grotere verscheidenheid, selectiviteit en herkenbaarheid van opleidingen in het hoger onderwijs.
De voorstellen vloeien voort uit het Hoger onderwijs- en onderzoekplan 1996 (HOOP). Door de aanpassingen moet het hoger onderwijs ook in de toekomst kunnen inspelen op de behoefte aan een veelzijdig aanbod van hoger onderwijs. Daarbij moet rekening worden gehouden met de op de begroting beschikbare middelen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het wetsvoorstel is op 10 februari 1998 aangenomen door de Tweede Kamer. CDA, GroenLinks en CD, alsmede het lid Hendriks stemden tegen (De GPV-fractie was afwezig). Het voorstel is op 31 maart zonder beraadslaging en zonder stemming door de Eerste Kamer aangenomen.
ingediend
26 mei 1997titel
Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet op de studiefinanciering ter uitvoering van in het hoger onderwijs- en onderzoekplan 1996 aangekondigde maatregelenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
inwerkingtreding
1 september 1998; enkele artikelen treden in werking op in de wet genoemde tijdstippen; enkele artikelen treden in werking met terugwerkende kracht tot en met 1 september 1997.
4