Dit voorstel trekt de wet uit 1962 tot regeling van de verhouding van de Staat tot De Nationale Investeringsbank (Herstelbank) N.V. (NIB) in.
Aanleiding is de verkoop van aandelen van de NIB door de Staat in 1999 aan het ABP en de PGGM. Hierdoor wordt het niet langer opportuun geacht om de benoemingen van de voorzitter en de secretaris van de Raad van Bestuur van de NIB door de Kroon te laten plaatsvinden.
Afschaffing van genoemde kroonbenoemingen betekent dat de huidige wet in zijn geheel kan worden ingetrokken aangezien de overige bepalingen van die wet direct na inwerkingtreding ten uitvoer zijn gebracht.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 5 oktober 2000 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 31 oktober 2000 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 486 van 23 november 2000.
ingediend
15 augustus 2000titel
Intrekking van de Wet tot regeling van de verhouding van de Staat tot De Nationale Investeringsbank ( Herstelbank) N.V.schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
De dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
-
5 oktober 2000
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2000/2001, nr. 9: blz. 539