Dit wetsvoorstel voegt aan het Wetboek van Strafrecht een aparte bepaling toe tot strafbaarstelling van het witwassen van opbrengsten van misdrijven, ongeacht of het door eigen misdrijf verkregen opbrengsten dan wel opbrengsten van andermans misdrijf betreft. De aanvankelijk gekozen methode van bestrijding van het witwassen via de helingbepaling in het Wetboek van Strafrecht is ontoereikend gebleken.
Hiermee wordt het instrumentarium voor de aanpak van het witwassen verbeterd. Verder sluit het "witwasdelict" nauwer aan bij de internationale omschrijving en vergemakkelijkt dit de internationale rechtshulp met landen die ook een dergelijke strafbaarstelling hebben.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 27 maart 2001 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 4 december 2001 zonder stemming aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 606 van 13 december 2001.
ingediend
19 mei 2000titel
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enkele andere wetten in verband met de strafbaarstelling van het witwassen van opbrengsten van misdrijvenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
3
-
-
27 maart 2001
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2000/2001, nr. 61: blz.4277-4278 -
21 maart 2001
behandeling Handelingen TK 2000/2001, nr. 59: blz. 4227-4242