Dit wetsvoorstel vult de toewijzingsprocedures voor radiofrequentievergunningen in de Telecommunicatiewet (25.533) aan met een (facultatief) financieel instrument om het optimaal gebruik van frequentieruimte te waarborgen. Hierdoor kan eenmalig of periodiek een bedrag gevraagd worden bij bijvoorbeeld een veiling van radiofrequenties.
Hiermee worden houders van vergunningen gedwongen tot een betere benutting van de schaarse frequentieruimte. Vergunningshouders met vitale overheidstaken en publieke omroepen zullen op een andere manier tot optimaal gebruik van de frequentieruimte worden gedwongen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 22 mei 2001 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 9 juli 2001 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 356 van 26 juli 2001.
ingediend
9 februari 2001titel
Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de invoering van de mogelijkheid door middel van een financieel instrument het optimaal gebruik van frequentieruimte te waarborgenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
2
-
22 mei 2001
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2000/2001, nr. 77: blz. 4964 -
15 mei 2001
behandeling Handelingen TK 2000/2001, nr. 74: blz. 4880-4887