Dit voorstel van rijkswet keurt de op 4 augustus 1995 te New York totstandgekomen Overeenkomst goed over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden (Trb. 1996, 277).
De Overeenkomst bevestigt het toenemende belang dat wordt gehecht aan het integreren van visserij- en milieubeleid.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 13 september 2001 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 oktober 2001 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
27 augustus 2001titel
Goedkeuring van de op 4 augustus 1995 te New York totstandgekomen Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestandenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
inwerkingtreding
Met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
Voor de strafrechtelijke handhaving op volle zee van beheers- en instandhoudingsmaatregelen waartoe de Overeenkomst verplicht, is een wijziging van artikel 58 Visserijwet 1963 noodzakelijk. Een voorstel tot wijziging van dat artikel is in een apart wetsvoorstel opgenomen (27.893).
-
-
-
-
-
13 september 2001
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2000/2001, nr 102: blz. 6293