Dit wetsvoorstel implementeert richtlijn 1999/70/EG van 28 juni 1999 betreffende de door het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV), de Unie van Industrie- en Werkgeversfederaties der Europese Gemeenschap (UNICE) en het Europees Centrum voor gemeenschapsbedrijven (CEEP) gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. (PbEG 1999, L 175/43).
Dit voorstel verbetert de kwaliteit van arbeid voor bepaalde tijd door het waarborgen van de toepassing van het non-discriminatiebeginsel. Verder wordt een kader vastgesteld om misbruik als gevolg van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd te voorkomen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 23 april 2002 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 november 2002 zonder stemming aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 560 van 21 november 2002.
ingediend
30 maart 2001titel
Uitvoering van de richtlijn 1999/70/EG van de Raad van Europese Unie van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijdschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
1
-
5 november 2002
behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 2002/2003, nr. 5: blz. 121-126