Dit wetsvoorstel wijzigt de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de samenvoeging van twee openbare voorbereidingsprocedures uit de Awb tot één uniforme voorbereidingsprocedure.
Hiermee wordt een vereenvoudiging en versnelling van de procedures bereikt.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 12 december 2000 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 22 januari 2002 zonder stemming aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 54 van 12 februari 2002.
Het voorstel werd gezamenlijk behandeld met de wetsvoorstellen 26.523 en 27.024. De inwerkingtreding is afhankelijk van de Aanpassingswet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb, die op 24 mei 2005 door de Eerste Kamer als hamerstuk is afgedaan.
ingediend
24 februari 2000titel
Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de samenvoeging van de afdelingen 3.4 en 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht tot één uniforme openbare voorbereidingsprocedure (Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, met uitzondering van de artikelen II en III, die in werking treden met ingang van een jaar na het in dit Koninklijk besluit bepaalde tijdstip.
Het wetsvoorstel:
-
-is onderdeel van een pakket van maatregelen dat bedoeld is de juridisering van het openbaar bestuur terug te dringen;
-
-geeft een eenduidige, vaste voorbereidingsprocedure zodat verschillende vergunningen, ontheffingen en andere besluiten die voor een bepaalde activiteit moeten worden vastgesteld, gezamenlijk aan de orde kunnen worden gesteld;
-
-maakt afwijking van de voorbereidingsprocedures in bijzondere wetten niet meer mogelijk;
-
-zorgt dat na het volgen van de voorbereidingspocedure de bezwaarschriftprocedure komt te vervallen, zodat rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter openstaat;
-
-heeft geen financiële gevolgen voor het Rijk en de lagere openbare lichamen.
1