Dit voorstel voorziet in de goedkeuring van de opzegging van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko, en het Administratief Akkoord betreffende de wijze van toepassing van dit verdrag.
In verband met problemen over de uitvoering van controle op het vermogen van in Marokko wonende personen die aanspraak maken op een uitkering krachtens de Algemene Bijstandswet, is het zogenaamde Wijzigingsverdrag 2000 (Tractatenblad 2000, nrs. 71 en 97) niet in de huidige vorm ter goedkeuring aan de Staten-Generaal voorgelegd. De voorlopige toepassing van het Wijzigingsverdrag 2000 wordt met ingang van 2 juli 2002 beëindigd. Dit betekent dat de handhavingsdoelstellingen van de Wet beperking export uitkeringen (25.757), die de export van uitkeringen afhankelijk stelt van verdragswaarborgen, niet gerealiseerd kunnen worden. Om die reden moet het Algemeen Verdrag dan ook worden opgezegd.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 11 april 2002 aangenomen door de Tweede Kamer. SP en GroenLinks stemden tegen.
De Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 21 juni 2002 het eindverslag uitgebracht. De plenaire behandeling op 25 juni 2002 is na de eerste termijn van de Kamer geschorst op verzoek van de regering. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het voorstel bij brief van 21 februari 2003 ingetrokken.
ingediend
25 maart 2002titel
Goedkeuring van de opzegging van het op 14 februari 1972 te Rabat ondertekende Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko, en het op 3 november 1972 te Rabat ondertekende Administratief Akkoord betreffende de wijze van toepassing van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko, met overgangsvoorziening (Wet sociale zekerheidsrelatie Marokko)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet, met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
-
-Op grond van de Wet beperking export uitkeringen, die op 1 januari 2000 in werking is getreden, is in de Ziektewet (ZW), de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene nabestaandenwet (Anw) en de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) een uitsluitingsgrond opgenomen: geen recht op uitkering bestaat indien de verzekerde of de pensioengerechtigde niet in Nederland woont, tenzij het recht op een socialeverzekeringsuitkering is vastgelegd in een verdrag;
-
-In verband met problemen over de uitvoering van controle op het vermogen van in Marokko wonende personen die aanspraak maken op een uitkering krachtens de Algemene Bijstandswet, is het Wijzigingsverdrag 2000 echter niet in de huidige vorm ter goedkeuring aan de Staten-Generaal voorgelegd;
-
-De voorlopige toepassing van het Wijzigingsverdrag 2000 wordt met ingang van 2 juli 2002 beëindigd;
-
-Dit betekent dat de handhavingsdoelstellingen van de Wet beperking export uitkeringen, die de export van uitkeringen immers afhankelijk stelt van verdragswaarborgen, niet gerealiseerd kunnen worden. Om die reden moet het Algemeen Verdrag van 14 februari 1972 dan ook worden opgezegd;
-
-Als gevolg van het beëindigen van het Wijzigingsverdrag 2000 per 2 juli 2002 vervalt op dat moment de wettelijke basis voor recht op kinderbijslag en op een uitkering ingevolge WAZ voor een in Marokko wonende verzekerde. Het recht op deze twee uitkeringen voor een verzekerde die in Marokko woont, is namelijk exclusief in dat wijzigingsverdrag geregeld. Onderhavig wetsvoorstel voorziet erin vanaf 1 juli 2002 een nieuwe wettelijke basis voor deze twee uitkeringen in het leven te roepen;
-
-Uitkeringen op grond van de ZW, WAO, AOW, en Anw die zijn toekend vóór de datum van buitenwerkingstelling van het verdrag van 1972 worden gewoon gehandhaafd. Artikel 39 van dit verdrag bepaalt namelijk dat bij opzegging elk recht dat met toepassing van dit verdrag is verkregen, wordt gehandhaafd.
1