Dit wetsvoorstel vernieuwt verder het diensteindestelsel voor militairen in de Uitkeringswet gewezen militairen (Ugm). Hiermee wordt in verband met de gefaseerde invoering van de verhoging van de ontslagleeftijd van 55 naar 58 jaar de uitkering voorafgaande aan het pensioen voor gewezen militairen aangepast.
De uitkering wordt aangepast voor degene die tenminste twee jaar, of tenminste tot 1 januari 2006, vrijwillig na dienen en om personen die direct na hun ontslag als militair een dienstbetrekking bij het Ministerie van Defensie of binnen de sectoren zorg, onderwijs, politie of douane zijn aangegaan.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 7 november 2002 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 19 november 2002 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 8 van 9 januari 2003.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 73 van 4 maart 2003.
ingediend
21 maart 2002titel
Wijziging van de Uitkeringswet gewezen militairenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en werkt terug tot en met 1 januari 2001
Met ingang van 1 januari 2004 wordt de ontslagleeftijd voor militairen in 6 jaar tijd in stappen van een half jaar opgehoogd naar 58 jaar.
Specifiek voor militairen van de Koninklijke marine geldt de volgende ophoging:
-
-voor schepelingen wordt vanaf 1 januari 2004 de ontslagleeftijd in 6 jaar tijd in stappen van een half jaar verhoogd van 50 naar 53 jaar;
-
-voor subalterne officieren wordt vanaf 1 januari 2004 de ontslagleeftijd in 6 jaar tijd in stappen van een half jaar verhoogd van 52 naar 55 jaar;
-
-voor vlag- en hoofdofficieren wordt, na afloop van de huidige overgangsperiode in 2008, aansluitend de ontslagleeftijd in 6 jaar tijd in stappen van een half jaar verhoogd van 55 naar 58 jaar.
Voor nieuw instromend personeel geldt vanaf 1 januari 2004 een ontslagleeftijd van 58 jaar.
De anti-cumulatiegrens wordt voor militairen die met ingang van 1 januari 2004 met leeftijdsontslag gaan, verhoogd van 100% naar 120% van de uitkeringsgrondslag.
3