Dit voorstel maakt het mogelijk in de formele toekenning aan basisscholen een onderscheid aan te brengen tussen formatie voor de onderbouw en formatie voor de bovenbouw van de basisscholen.
Dit is nodig voor de invoering van de verdere (stapsgewijze) groepsverkleining in de onderbouw van de basisscholen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 12 oktober 1999 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 30 november 1999 zonder stemming aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 527 van 16 december 1999.
ingediend
7 mei 1999titel
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met de verkleining van de groepsgrootte voor de 4- tot en met 7-jarige leerlingen van basisscholenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
inwerkingtreding
Met ingang van 1 maart 2000
-
-De formatie voor de bestrijding van onderwijsachterstanden wordt als aparte formatiecategorie aan de scholen toegekend.
-
-Bij de aanpassingen in de formatiesystematiek is, waar mogelijk, gestreefd naar vereenvoudiging in de systematiek door de huidige veelheid aan formatiesoorten te reduceren.
-
-De groepsverkleining vereist extra personeel en extra lokalen.
-
-Parallel aan de klassenverkleining worden maatregelen uitgewerkt voor de verbetering van de onderwijskwaliteit.
Filter op:
Filter op:
-
30 november 1999
voortzetting behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 1999/2000, nr. 7: blz. 242-254 -