Dit voorstel van rijkswet keurt het het op 4 november 2000 te Rome totstandgekomen Protocol nr. 12 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (Trb. 2001, 18 en 173) goed.
Met dit aanvullend protocol bij het Verdrag wordt het toepassingsgebied van artikel 14 van het Verdrag in algemene zin verruimd en wordt een niet-uitputtende opsomming van discriminatiegronden opgenomen. Het protocol kan dienen als normatieve oplossing betreffende gelijkheid tussen vrouwen en mannen en als een juridisch instrument tegen racisme en intolerantie.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 23 september 2003 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 11 mei 2004 zonder stemming aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 302 van 6 juli 2004.
De Eerste Kamer heeft op 1 juli 2004 een brief ontvangen van de minister van Buitenlandse Zaken over een tijdens de plenaire behandeling op 11 mei 2004 gestelde vraag over artikel 1 van het Twaalfde Protocol bij het EVRM.
ingediend
5 februari 2002titel
Goedkeuring van het op 4 november 2000 te Rome totstandgekomen Protocol nr. 12 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (Trb. 2001, 18 en 173)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
7
-
-
11 mei 2004
behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 2003/2004, nr. 27, blz: 1462-1466 -
-
-
-
-