Dit wetsvoorstel bevat de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2004 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Het voorstel is op 18 december 2003 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 20 april 2004 zonder stemming aangenomen.
Het voorstel werd op 20 april 2004 door de Eerste Kamer plenair gezamenlijk behandeld met de Begrotingsstaat Spaarfonds AOW 2004 (29.200 E), aan de hand van het thema generatie- en levensloopbewust beleid.
Op 14 en 15 juni 2004 voerde de Eerste Kamer een plenair debat plaats over Arbeid en Ziekte (WAO).
ingediend
16 september 2003titel
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor het jaar 2004schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van 1 januari van het jaar waarop de vaststelling van de begroting betrekking heeft. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari
1