Dit voorstel van wet implementeert de richtlijn betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten (2002/47/EG). Met de richtlijn wordt beoogd te bereiken dat zekerheidsovereenkomsten en zekerheidsstellingen met een minimum aan formaliteiten tot stand kunnen komen, maar wel aantoonbaar zijn.
De richtlijn bouwt voort op de richtlijn betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelsystemen, ook wel Finaliteitsrichtlijn genoemd (98/26/EG), geïmplementeerd met de Wijziging Wet toezicht kredietwezen 1992 en Faillissementswet inzake definitief karakter betalingen en effectentransacties (26.260).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 27 april 2004 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 1 maart 2005. Het voorstel is op 8 maart 2005 na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen verworpen.
Wetsvoorstel Uitvoering richtlijn betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten (30.138) vervangt dit voorstel.
ingediend
13 mei 2003titel
Uitvoering van Richtlijn nr. 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 juni 2002 betreffende financiëlezekerheidsovereenkomstenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Financiëlezekerheidsovereenkomsten zijn overeenkomsten op basis waarvan een zekerheidsnemer 'financiële zekerheid' verkrijgt van een zekerheidsgever voor de nakoming van openstaande verplichtingen, door de overdracht of verpanding van bepaalde effecten dan wel op een rekening geboekt geld.
De richtlijn dient op 27 december 2003 te zijn uitgevoerd in het nationale recht.
9